De theorie van Allport over persoonlijkheidskenmerken
Gordon Allport (1897 – 1967) was een gerespecteerde en invloedrijke Amerikaanse geleerde in de psychologie. Allport kwam uit een arbeidersfamilie die waarde hechtte aan gezondheid en opvoeding. Het resultaat was dat Allport een grote interesse ontwikkelde in het begrijpen van de menselijke motivatie, de impulsen en de persoonlijkheid. Dit leidde uiteindelijk tot de theorie van Allport over persoonlijkheidskenmerken.
Na het behalen van zijn graad aan Harvard reisde Allport naar Wenen in Oostenrijk. Daar ontmoette hij Sigmund Freud. Uiteindelijk zou deze ontmoeting vorm geven aan zijn carrière en zijn bijdragen aan de Amerikaanse psychologie.
Na de ontmoeting met Freud keerde Allport terug naar Harvard om zijn doctoraat in de psychologie te halen. Zijn carrière overspande de eerste helft van de 20e eeuw. In die periode leverde hij belangrijke bijdragen aan de psychologie. Eén van die verschillende bijdragen valt op: zijn ideeën over persoonlijkheidskenmerken.
Volgens Allport worden deze kenmerken beïnvloed door de ervaringen uit onze kindertijd, onze huidige omgeving en de wisselwerking tussen beide factoren.
Tijdens het tijdperk van Allport geloofden psychologen immers dat persoonlijkheidskenmerken door het verleden en door actuele krachten gevormd konden worden. Allport geloofde dat de persoonlijkheid uit drie soorten kenmerken samengesteld is: cruciale, centrale en secundaire.
De theorie van Allport over de persoonlijkheidskenmerken splitst de kenmerken op in drie niveaus: cruciaal, centraal en secundair.
Allport ontmoet Freud
In zijn autobiografie Pattern and Growth in Personality heeft Allport zijn bezoek aan Freud verteld. Om het ijs te breken vertelde Allport aan Freud dat hij op de trein onderweg naar Wenen een kind ontmoette dat bang was om vies te worden.
Ondanks de geruststellende woorden van zijn moeder weigerde de jongen naast iemand te gaan zitten die vies was. Allport stelde toen dat het kind deze fobie misschien van zijn moeder geleerd had. Zij was immers een heel nette en blijkbaar dominante vrouw. Freud bestudeerde Allport een minuut en vroeg dan, “En die kleine jongen, dat was jij?”
Allport kon hier een poging van Freud ervaren om dit kleine onderdeel van een waargenomen interactie te herleiden tot een onbewuste episode in zijn eigen kindertijd.
Hij kon er dan ook gebruik van maken als een herinnering dat de psychoanalyse probeert om dieper in het verleden en in de onbewuste geest te graven. Hierbij omzeilt de psychoanalyse het bewuste dat verondersteld wordt het belangrijkste te zijn, en de onmiddellijke aspecten van de ervaringen.
Allport heeft nooit ontkend dat onbewuste en historische variabelen in bepaalde gedragingen een belangrijke rol kunnen spelen. Zijn werk legt echter altijd de klemtoon op bewuste en actuele motivaties.
De theorie van Allport over persoonlijkheidskenmerken
In 1936 kwam de psycholoog Gordon Allport tot de ontdekking dat één Engels woordenboek meer dan 4000 woorden bevat die verschillende persoonlijkheidskenmerken beschrijven. De theorie van Allport over de persoonlijkheidskenmerken heeft die kenmerken dan in drie categorieën of niveaus verdeeld.
De cruciale kenmerken
Sommige historische figuren bezaten sterke cruciale kenmerken. Bij Abraham Lincoln was dat zijn eerlijkheid. Markies de Sade was gekend voor zijn sadisme. Het cruciale kenmerk van Jeanne d’Arc was haar heldhaftige dienstbaarheid.
Het zijn deze kenmerken die de mensen met dergelijke persoonlijkheden bekend maken. Vaak associëren we ook hun namen met deze eigenschappen. Allport stelde dat cruciale kenmerken zeldzaam zijn. Ze ontwikkelen zich ook vaak na verloop van jaren.
Wanneer cruciale kenmerken aanwezig zijn, dan vormen ze de persoon, zijn zelfbeeld, zijn emotionele samenstelling, houdingen en gedragingen.
De centrale kenmerken
Centrale kenmerken zijn de algemene eigenschappen die de basisfundering van de persoonlijkheid vormen. Ze zijn niet zo overheersend als de cruciale kenmerken. Centrale kenmerken zijn de voornaamste karaktertrekken die een andere persoon beschrijven. Het zijn belangrijke eigenschappen maar ze zijn echter volstrekt niet dominant.
Volgens de theorie van Allport bezit elke persoon tussen vijf en tien centrale kenmerken. Bij elke persoon zijn ze in verschillende mate aanwezig. Tot deze categorie behoren gewone kenmerken als intelligentie, verlegenheid en eerlijkheid. Centrale kenmerken zijn ook de voornaamste factoren die de meeste van onze gedragingen bepalen.
De secundaire kenmerken
Secundaire kenmerken zijn soms verbonden met houdingen of voorkeuren. Het zijn eigenschappen in de aanleg die aanzienlijk minder algemeen en belangrijk zijn. We zien ze ook alleen maar in bepaalde situaties of onder specifieke omstandigheden.
Stel bijvoorbeeld dat assertiviteit het cruciale kenmerk van een persoon is. Die persoon kan dan bijvoorbeeld toch tekenen van onderdanigheid vertonen wanneer de politie hem laat stoppen omdat hij te snel reed. Dit is dus gewoon een situatiegebonden eigenschap die zich al of niet tijdens andere interpersoonlijke ontmoetingen kan vertonen.
Volgens Allport zijn deze secundaire kenmerken moeilijk vast te stellen. Dat komt omdat ze gestimuleerd worden door een kleiner bereik van soortgelijk prikkels.
Het onderzoek van Allport over persoonlijkheidskenmerken
De theorie van Allport is niet direct gebaseerd op empirisch onderzoek. Dit is dan ook het zwakke punt van zijn theorie. Eigenlijk heeft hij heel weinig onderzoek gepubliceerd om zijn theorie te ondersteunen.
In zijn eerste publicatie heeft hij samen met zijn broer, de sociale psycholoog Floyd Allport, echter toch de centrale kenmerken van 55 mannelijke universiteitsstudenten bestudeerd.
Na het onderzoek kwamen ze tot het besluit dat ze bij de meeste individuen deze kenmerken konden meten. Het belangrijkste doel van deze studie was de ontwikkeling van een persoonlijkheidsschaal.
De brieven van Jenny Gove Masterson
Dit is nog een ander merkwaardig initiatief van Gordon Allport. Hij ontleedde een reeks brieven van een vrouw genaamd Jenny Gove Masterson. Allport kwam in het bezit van 301 brieven en heeft die geanalyseerd.
Jenny schreef de brieven gedurende de laatste elf jaren van haar leven aan een getrouwd koppel. Hij vroeg aan 36 mensen om Jenny te beschrijven op basis van de kenmerken die ze konden herkennen.
Na dit onderzoek kwam Allport tot het besluit dat karaktertrekken niet onafhankelijk zijn. Bovendien kunnen de gedragingen die twee bepaalde kenmerken motiveren, op een gegeven moment ook in conflict komen. Wanneer dat gebeurt, zal een hiërarchie ervoor zorgen dat het ene kenmerk het andere overheerst.
Meerdere theoretici zijn akkoord dat persoonlijkheidskenmerken mensen kunnen beschrijven. Toch is er nog steeds sprake van een discussie over het aantal basiskenmerken die de menselijke persoonlijkheid vormen.
Raymond Cattell heeft bijvoorbeeld het aantal waarneembare karaktertrekken herleid van 4000 tot 171 en later tot 16. Cattell combineerde bepaalde kenmerken en werkte de meest bijzondere eigenschappen of de kenmerken die moeilijk te omschrijven waren, weg.
Daarentegen ontwikkelde de Britse psycholoog Hans Eysenck een persoonlijkheidsmodel op basis van slechts drie karaktertrekken.
Toch beschouwt men de theorie van Allport over de persoonlijkheid als pionierswerk op het gebied van de persoonlijkheid. Hij vertrouwde eerder op statistische gegevens dan op zijn persoonlijke ervaring.
Veel mensen hebben echter ook kritiek op de theorie van Allport. Sommige mensen zeggen bijvoorbeeld dat zijn theorie geen rekening houdt met de toestand van een persoon of met zijn tijdelijk gedrag.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Allport, G. W., & Odbert, H. S. (1936). Trait-names: A psycho-lexical study. Psychological Monographs, 47(1), 1-171. https://psycnet.apa.org/record/2011-15698-001
- Allport, G. W. (1937). Personality: A psychological interpretation. Henry Holt. https://psycnet.apa.org/record/1938-01964-000
- Allport, G.W. (1961). Pattern and Growth in personality. Henry Holt. https://archive.org/details/in.ernet.dli.2015.199562/page/n7/mode/2up
- Cloninger S. (2003). Teorías de la personalidad. 3° Edición. México: Pearson Educación.
- Harvard University. (s. f.). Gordon W Allport. Consultado el 23 de febrero de 2024. https://psychology.fas.harvard.edu/people/gordon-w-allport
- Montaño, M., Palacios, J., & Gantiva, C. (2009). Teorías de la personalidad. Un análisis histórico del concepto y su medición. Psicología: Avances de la Disciplina, 3 (2), 81-107. https://www.redalyc.org/articulo.oa?id=297225531007
- Winter, D. G. (1993). Gordon Allport and “Letters from Jenny”. In Fifty years of personality psychology (pp. 147-163). Boston, MA: Springer US. https://link.springer.com/chapter/10.1007/978-1-4899-2311-0_10