Angst: een monster dat zich voedt met onze adrenaline
Angst is een monster dat zich voedt met onze adrenaline. Adrenaline is een stof die vrijkomt als je het gevoel hebt dat er ergens in de nabije omgeving een dreiging is en het wil ons voorbereiden om onszelf te verdedigen. Het kan worden uitgelokt door het zien van een leeuw of een slang, iets dat niet voorkomt in de wereld waarin we vandaag de dag wonen en waar we dus niet aan gewend zijn. Maar adrenaline komt ook vrij als we plotseling van de trap vallen of wanneer er een druppel olie uit de hete pan op onze huid terechtkomt als we aan het koken zijn.
Op dat moment komt onze adrenaline vrij en helpt het ons om de trapleuning snel vast te pakken of om snel een stap terug te nemen van de hittebron. De adrenaline zorgt er dus voor dat we snel in beweging komen en op tijd reageren voordat er schadelijke gevolgen ontstaan.
Op datzelfde moment wordt het monster van angst ook vrijgelaten op het moment dat de adrenaline vrijkomt. In principe maakt het ook deel uit van het beschermingsinstinct, waarbij het bijdraagt door ons de trapleuning te laten vastpakken en ervoor te zorgen dat we niet van de trap vallen.
Ondanks dat het van de trap vallen een normale situatie is, kan het angstmonster de kop opsteken en nooit meer gaan slapen. Dan blijft het bij ons en voedt het zich met de adrenaline die vrij is gekomen terwijl we angstig blijven en ons hart hard blijft kloppen. Als dit monster adrenaline blijft krijgen om zich te voeden, zullen we het blijven voelen. Als we ons niet meer in een angstige situatie bevinden, zal het monster voelen dat zijn adrenalinereserves minder worden en in winterslaap gaan door het gebrek aan voedsel.
Soms gebeurt het dat het angstmonster ons zo bang maakt, dat we ertegen gaan vechten zodat het ons lichaam zal verlaten. We roepen dat we het niet willen, dat we het niet accepteren en dat het niet bij ons zou moeten blijven. Deze psychologische strijd zorgt ervoor dat ons lichaam nog een golf van adrenaline vrijmaakt, maar deze keer is er geen gevaar waar het voor nodig is. In plaats daarvan is er een monster dat blij is dat we het steeds maar weer blijven voeden.
Door de overmatige adrenaline wordt het angstmonster enorm groot en erg agressief. Het dreigt ons hart te verlammen, onze keel droog te maken en onze hersenen op te eten. Het kan dit niet doen, maar het zegt ons dit luider en luider omdat het weet dat we het op deze manier nog beter horen en het daardoor nog meer emotioneel voedsel zal krijgen – adrenaline. Dan vult het onze dagen met een onstilbare honger die zeker gestild zal worden.
Als we niet naar het monster luisteren en zijn gedrag accepteren als normaal, zullen we het geen aandacht geven en zal het geen adrenaline uit ons lichaam kunnen krijgen, zodat het angstmonster uiteindelijk geen keuze heeft en zijn winterslaap weer moet opzoeken.
Het angstmonster kan alleen ons lichaam bang maken. Zoals we kunnen zien vertegenwoordigt het de natuurlijke reactie van het lichaam als we geconfronteerd worden met iets dat ons lichaam of onze geest als een directe bedreiging ziet. Het is een simpel en normaal mechanisme dat we allemaal kunnen begrijpen. Of dit monster nu al enorm is of het mogelijk uit de hand kan lopen, we moeten in gedachten houden dat het binnen onze macht ligt om het kleiner en minder relevant te maken. We kunnen dit doen door te accepteren dat zijn aanwezigheid ervan afhangt of wij ons openstellen of afsluiten voor deze natuurlijke sensaties.
Bibliografische bron: Het begrijpen en beheren van angst (Entiende y Maneja tu Ansiedad) van José Antonio García Noguera en Javier García Ureña