Bestaat "vriendschap op het eerste gezicht" echt?
“Vriendschap op het eerste gezicht” bestaat echt. Het gaat echter eerder over samen lachen dan over het “gezicht.” Deze vriendschap ontstaat uit dat magische “jij ook??” Het is een gelukkig toeval, een vriendschappelijke verliefdheid. Die begint met positieve uitwisselingen die later steviger zullen worden dankzij emotionele ondersteuning en vooral vertrouwen.
We hebben allemaal weleens gehoord van liefde op het eerste gezicht. Op dat moment komen lichamelijke aantrekkingskracht en de altijd mysterieuze maar onbetwistbare kracht van onze neurotransmitters samen. Psychologen in de persoonlijkheid hebben zich recentelijk afgevraagd of iets gelijksoortig gebeurt met vriendschap.
Laten we bijvoorbeeld maar eens denken aan alle sociale scenario’s waar we elke dag doorheen navigeren: op de werkvloer, in de klas, in flatgebouwen, sportscholen, op feestjes, in het openbaar vervoer… Is een uitwisseling van blikken met een vreemde echt het enige wat nodig is om te weten dat ze een goede vriend kunnen zijn? Kunnen eerste indrukken ons betrouwbare, nauwkeurige aanwijzingen geven?
“Wat is vriendschap? Het is één enkele ziel die twee lichamen bewoont.”
-Aristoteles-
Een groep sociale psychologen heeft dezelfde hypothese onderzocht. Ze publiceerden hun studie in het tijdschrift Social Psychological and Personality Science. De resultaten waren fascinerend. Het werd bijvoorbeeld duidelijk dat de “vriendschappelijke verliefdheid” bestaat. We vormen vlug een oordeel welke soort vrienden de mensen rond ons zullen zijn. Deze beoordelingen baseren we op kleine hints en subtiele nuanceringen.
Uiteraard zijn onze beoordelingen niet volledig correct. Dat “gevoel,” afkomstig van onze enigszins zijdelingse indrukken, is echter meestal juist of toch in 70% van de gevallen. Voor psychologen en sociologen is vriendschap even boeiend als liefde en misschien zelfs nog boeiender.
Bepaalde krachten zorgen ervoor dat we ons aangetrokken voelen tot een bepaald type persoon en niet tot een ander type. Dat vormt onze sociale identiteit. We hebben allemaal het verlangen om onszelf te omringen met persoonlijkheden die op de onze lijken.
“Vriendschap op het eerste gezicht” gebeurt elke dag
“Vriendschap op het eerste gezicht” gebeurt elke dag. Het angstige kind maakt het mee op zijn eerste dag op de nieuwe school. We hebben het hier over het kind dat zenuwachtig zijn klasgenootjes bekijkt en dan plots verbinding maakt met een ander kind. Dat kind heeft een beetje meer vertrouwen dat hij zelf heeft. Hij of zij lacht hem toe vanaf de laatste rij. Gelukkig is hij of zij iemand die hem aanmoedigt om naast hem te komen zitten.
Je maakt het ook mee wanneer je een nieuwe baan begint. Ineens gebeurt er dan iets onbelangrijks maar onverwachts. Het maakt je aan het lachen, jij en alleen één andere persoon. Een glimlach verandert in lachen. Je ontdekt dan dat er net een speciale vriendschap ontstaan is.
Zo zijn eerste indrukken. Ze zitten vol toevalligheden, emotionele nuanceringen, plotse verbindingen. Deze indrukken zijn gevormd door snelle blikken, directe interpretaties en gemeenschappelijke aspecten.
We vinden het misschien magisch. Toch bezit het vele achterliggende biologische en neurochemische factoren. De hersengebieden die dit soort vriendschappelijke betovering sturen, zijn de amygdala en de cortex cingularis anterior.
De amygdala is verbonden met de emoties en dan meer specifiek met de impulsen die te maken hebben met ons overlevingsinstinct. We voelen allemaal aan dat een goede vriend aan onze zijde het leven draaglijker zal maken. Het geeft ons het gevoel meer beschermd, gelukkiger en tevredener te zijn.
Anderzijds is de cortex cingularis anterior het geraffineerde hersengebied dat ons helpt beslissingen te nemen. Dit hersendeel wijst ook waarden toe aan voorwerpen en aan mensen. Soms doen we dit op een ongelooflijk snelle manier. Het speelt ongetwijfeld een rol bij “vriendschap op het eerste gezicht.”
Na de “vriendschap op het eerste gezicht”
Jeremy C. Biesanz en Elizabeth W. Dunn, psychologen aan de Colombia Universiteit, waren de auteurs van de studie die we in dit artikel al vermeld hebben. Zij onderzochten de “vriendschappelijke verliefdheid.” In dit onderzoek kwamen ze tot een heel interessante vaststelling. “Vriendschap op het eerste gezicht” bestaat. Achter deze vriendschap bevinden zich echter verfijnde mechanismen waarmee we rekening moeten houden.
Wanneer we met iemand in verbinding komen, dan doen we dit op basis van bepaalde verwachtingen. Denk bijvoorbeeld aan dat angstige kind op zijn eerste schooldag. Hij ontmoet een glimlachend klasgenootje. Tegen zichzelf zal hij dan zeggen dat dit kind misschien zijn bondgenoot kan zijn in de onbekende en enigszins bedreigende schoolomgeving. Hij zal ook denken dat het kind iemand kan zijn met wie hij dingen kan delen, met wie hij kan spelen en op wie hij kan rekenen.
“Vriendschap op het eerste gezicht” is eigenlijk een manier om iemand uit te testen van wie we geloven dat hij op ons lijkt en gemeenschappelijke interesses heeft. We zien die persoon dan als iemand die de moeite waard is om onze tijd en onze emotionele energie in te steken. Menselijke wezens zijn veeleisend. Onbewust verwachten we ook altijd dingen terug. In de beste vriendschappen is het een win-winsituatie. Het is geven en nemen.
We kunnen tot slot zeggen dat de “vriendschappelijke verliefdheid” echt is. Soms zijn slechts enkele minuten nodig om op een intense en prachtige manier met iemand in verbinding te komen. Deze eerste band is gebaseerd op kleine vooroordelen. Na die periode zal alleen tijd ons zeggen of we juist geraden hebben of niet.
Elke langdurige, betekenisvolle en waardevolle vriendschap steunt immers op drie dingen: vertrouwen, begrip en positieve emotionele ondersteuning.