Vluchtelingenkinderen: gebroken harten op zoek naar hoop
We mogen niet vergeten dat in de hersenen van elk kind het bijna instinctieve idee aanwezig is dat hun ouders in staat zijn hen te beschermen tegen kwaad. Wanneer dit niet gebeurt, wanneer ze familieleden verliezen en de wereld voor hun ogen ineenstort, breekt er iets in de geest van een kind.
Psychologische steun zou dan ook deel moeten uitmaken van die essentiële humanitaire hulp waarvan alle vluchtelingenkampen van zouden moeten worden voorzien. Volwassenen, maar vooral jonge kinderen en tieners, hebben mentale steun nodig om die wonden te genezen die op de huid niet zichtbaar zijn, maar die voor altijd in hun geest en ziel aanwezig kunnen blijven.
De tragedie van vluchtelingenkinderen
Een minuutje lang het nieuws kijken is niet genoeg om de situatie waar al deze kinderen en hun families zich in bevinden te begrijpen. Syrische vluchtelingen bijvoorbeeld dragen meer gewicht op hun schouders dan alleen die paar bezittingen die ze mee konden nemen. Ze dragen het gewicht van moordpartijen, verkrachting, bombardementen, sluipschutters en hele wijken die in puin liggen.
Veel van deze kinderen verlaten samen met hun familie het land van herkomst en trekken in de richting van de Middellandse Zee. Een vlot vol met mensen en reddingsvesten van slechte kwaliteit zijn hun enige middelen om die betere wereld te kunnen bereiken. Maar de zee is verraderlijk en voegt soms nog een ander trauma toe aan hun jonge geest die al verscheurd was.
Jan Kizilhan, deskundige op het gebied van kinderpsychologie, zei bij het Deutsche Gesellschaft für Kinder- und Jugendmedizin in München dat 1 op de 5 vluchtelingenkinderen lijdt aan posttraumatische stressstoornis (PTSS) en dat de meeste van hen voor het leven getekend zullen zijn door de psychologische schade die zij oplopen.
Het effect van oorlog en verplaatsing bij vluchtelingenkinderen
Organisaties als het International Medical Corps voerden enkele psychologische onderzoeken uit onder ongeveer achtduizend Syrische vluchtelingen die zich enkele maanden geleden op de grens van Jordanië bevonden. De resultaten waren als volgt:
- 28% van de volwassenen was zo wanhopig dat zij zich bijna verlamd voelden.
- 25% gaf aan niet te willen leven. De rest zei dat alle kracht die ze nog over hadden geput werd uit de noodzaak om hun kinderen van een toekomst te voorzien.
- De kinderen in deze vluchtelingenkampen leden aan migraine, diarree, urine-incontinentie en nachtmerries. Dit zijn duidelijke syptomen van ernstige posttraumatische stress en psychosomatische klachten waar hun ouders zich geen raad mee wisten.
- Het klinische beeld van vluchtelingenkinderen is vrijwel altijd hetzelfde: afstandelijkheid, ernstige slaapstoornissen, depressie en stress die ervoor zorgt dat ze de traumatische ervaringen steeds weer opnieuw ervaren, tot op het punt dat ze niet meer in staat zijn een onderscheid te maken tussen wat wel en niet echt is.
Zoals we kunnen zien, is de gezondheid van al deze mensen en vooral de kleintjes onder hen iets dat verder gaat dan de kou en de honger. We hebben het hier over interne verwondingen die voelbaar zullen blijven tot in de volwassenheid, die persoonlijkheden zullen vormen gebaseerd op wanhoop; en er is niets zo hartverscheurend als een kind dat niet meer weet wat een glimlach is en dat zijn toekomst niet hoopvol tegemoet kan zien.
Psychologische steun voor vluchtelingenkinderen
Overheden en internationale organisaties kunnen de eerste stap zetten naar een reële en haalbare oplossing voor dit probleem. De psychologische steun die ter beschikking kan worden gesteld aan een kind en zijn familie in het vluchtelingenkamp zal niet voldoende impact hebben om verbetering op de lange termijn te bereiken. Het is zaak dat deze kinderen worden voorzien van stabiliteit, een beschermde omgeving, gewoonten en een routine zodat ze zich veilig kunnen voelen.
Iets dat zo fundamenteel is als weer normaal naar school kunnen gaan en weer geregeld kunnen leven, zal ervoor zorgen dat ze hun zorgen los kunnen laten. Ze moeten hun ‘gevoel van veiligheid en controle’ over hun eigen leven herstellen.
Zodra aan deze basisbehoeften is voldaan, zou er moeten worden gewerkt aan hun angsten, herinneringen en natuurlijk hun trauma’s. Strategieën zoals tekenen kunnen helpen om veel van de blijvende afschuwelijke gebeurtenissen die in hun gedachten aanwezig zijn te kanaliseren.
Alle kinderen hebben het in zich om veerkrachtig te zijn en kunnen met deze eigenschap de gruwelijkheden van hun verleden overwinnen. Door middel van psychotherapie, gepaard met de liefde van hun families en een maatschappij die bereid is hen te ontvangen en in zich op te nemen, zou hen zeker een tweede kans kunnen worden geboden.
We hopen hardop dat het huidige beleid zal veranderen en dat het een gepastere weg zal volgen. We hopen dat overheden gericht zullen zijn op wereldwijd welzijn en dat ze niet op competitieve of felle manier alleen maar gericht zullen zijn op het welzijn van elk land, elk huis of elk individu. Omdat gruweldaden geen thuisland of vlaggen kennen en omdat de pijn van al die families en hun kinderen een kreet zijn die we niet mogen negeren.