Spreken we van gehechtheid in plaats van verslaving?
Honderd jaar geleden werden drugs voor het eerst verboden. In deze eeuw van de “oorlog tegen drugs” hebben ontelbare professoren en gouverneurs de mensen verhalen over verslaving verteld. Die hebben zich zodanig in onze geest geworteld dat we geloven dat ze waar zijn. Moeten we echter niet eerder van gehechtheid in plaats van verslaving spreken?
De American Chemical Society heeft de spelregels echter veranderd. Zij zeggen dat een verslaving aan drugs, alcohol of om het even welke andere vernietigende stof niet het resultaat is van één of andere “persoonlijke tekortkoming.” Eigenlijk is dit het natuurlijke resultaat van de chemie in de hersenen. Het lijkt op een gehechtheid.
Meerdere experimenten hebben aangetoond dat de behoefte aan dopamine datgene is wat tot verslaving leidt. Dit is de neurotransmitter die betrokken is bij de “mate van geluk” van een persoon (Newcombe, 2016).
Drugs gaan doorheen een hersendeel dat we het ventrale tegmentale gebied noemen. Dit hersendeel is beter bekend als het “beloningscentrum.” Dit is waar jouw hersenen alles verwerken dat jou een goed gevoel geeft. Het is ook de plek waar de hersenen dopamine aanmaken. Volgens The Washington Post is dit de chemische stof die jou genot verschaft.
Iemand raakt bijvoorbeeld verslaafd aan cocaïne omdat hij niets anders gevonden heeft om verslaafd aan te raken. Dit betekent met andere woorden dat nuchterheid niet het tegenovergestelde is van verslaving. Het is namelijk een menselijke verbinding.
“Misschien is verslaving een ziekte van de geest.”
-Osamu Dazai-
De sleutel is begrijpen waarom we op een bepaalde manier handelen
Middelen op zich geven jou niet noodzakelijk een goed gevoel. Het zijn de signalen die ze naar je hersenen en je lichaam sturen, die dit doen. Sommige drugs kunnen het dopamineniveau tot tien keer boven het normale peil laten stijgen.
Wat doen je hersenen om zich aan te passen aan het teveel aan dopamine? Ze verminderen het aantal receptoren die deze specifieke chemische stof hebben. Een verslaafde zal dus na verloop van tijd steeds meer van een bepaalde drug nodig hebben om zich goed te voelen.
De Britse auteur Johann Hari heeft ook wat bewijs verzameld over “mensen die in een gelukkige omgeving leven.” Deze mensen krijgen in hun dagelijks leven eigenlijk de juiste hoeveelheid dopamine. Volgens zijn bewijs is de kans dan minder kleiner dat ze een drugverslaving ontwikkelen (Swanson, 2015).
“Elke verslaving begin met pijn en eindigt met pijn.”
-Eckhart Tolle-
Gehechtheid in plaats van verslaving: het is een menselijke verbinding
Hari citeerde ook Bruce Alexander, een professor in de psychologie uit Vancouver in Canada. Hij stelt dat “verslaving een aanpassing is aan je omgeving en een soort kooi” (Alexander, 2010).
In één van zijn experimenten ontdekte hij iets heel vreemds. De ratten die hij bestudeerde en die water vermengd met cocaïne dronken tot ze stierven, waren altijd alleen in hun kooien. Ze hadden niets te doen behalve de drugs innemen. Hij vroeg zich dus af wat er zou gebeuren als hij probeerde om hun omgeving te veranderen.
Het Rat Park-experiment
Dit bracht Alexander ertoe om het “Rat Park” te creëren. In feite was dit een leuke kooi waar de ratten toegang hadden tot kleurrijke ballen, voeding van een hoge kwaliteit, tunnels om in rond te rennen en vele ratten om mee om te gaan. Het was alles wat een rat ooit zou kunnen wensen en zelfs nog meer.
In de kooi zette Alexander toen twee flessen water waaruit ze konden drinken. Eén fles was vermengd met cocaïne, de andere niet. Alle ratten begonnen met uit beide flessen te drinken.
Hij stelde echter vast dat alle ratten die in het park een goed leven hadden, het water met de drugs niet lekker vonden. In het algemeen vermeden ze om ervan te drinken. Ze dronken tot één vierde minder van het water met de drugs dan de geïsoleerde ratten. Niet één van die ratten stierf. Anderzijds raakten de eenzame, ongelukkige ratten verslaafd.
De gelukkige ratten ontwikkelden dus geen verslaving aan drugs. Dat kwam omdat ze gezondere hechtingen met hun omgeving hadden. De ongelukkige ratten moesten een gehechtheid aan de drugs opbouwen om positieve prikkels te vinden.
Het experiment toegepast op mensen: is er sprake van gehechtheid in plaats van verslaving?
In het begin geloofde Alexander dat dit misschien typisch was voor ratten. Toen ontdekte hij echter dat een soortgelijk experiment ook bij mensen was uitgevoerd: de Vietnamese Oorlog.
Het tijdschrift Time zei dat het heroïnegebruik bij de Amerikaanse soldaten “zo gewoon als kauwgom was.” Volgens de Archives of General Psychiatry ontwikkelde ongeveer 20% van de Amerikaanse soldaten daar een heroïneverslaving.
Datzelfde onderzoek stelde ook dat bijna 95% van alle verslaafde soldaten erin slaagde om te stoppen. Weinigen onder hen moesten een ontwenningsprogramma ondergaan. Van een verschrikkelijke kooi (Vietnam) gingen ze naar verwelkomende en warme plekken (hun thuis). Daar wilden ze niet langer drugs gebruiken.
Alexander betoogde dat deze ontdekking een belangrijke verwezenlijking was. Hij zei dat het tegen het conservatieve idee inging dat verslaving een daad van egoïsme is en tegen het liberale idee dat verslaving eigenlijk een chemische gijzeling van de hersenen is.
Volgens hem was verslaving daarentegen een aanpassing. Misschien is het probleem niet de verslaving zelf maar een gebrek aan hechting en de behoefte om zich in de plaats aan iets anders vast te klampen.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Alexander, B. (2010). The globalization of addiction: A study in poverty of the spirit. Oxford University Press.
- Newcombe, R. (2016). Chasing the Scream: The First and Last Days of the War on Drugs. Drugs and Alcohol Today, 16(3), 229.