Vijf redenen voor paniekaanvallen
Onverwacht, overweldigend en zelfs angstaanjagend. Misschien heb je jezelf wel eens afgevraagd waarom je paniekaanvallen hebt en welke redenen daarbij meespelen. Het plotselinge gevoel dat je kortademig bent, je hart op hol slaat en angst elke vezel van je lichaam en geest in zijn greep houdt, is extreem onaangenaam.
Alles voelt alsof je er geen controle meer over hebt. En de angst dat je nog een aanval zou kunnen krijgen is nog beangstigender.
Deze ervaringen komen vaker voor dan je zou denken. Het Tijdschrift voor Affectieve Stoornissen (Engelse link) bijvoorbeeld dat in Spanje 9,5 procent van de bevolking eraan lijdt, vooral degenen tussen de 30 en 49 jaar. Ze zijn dus geen ongewoon verschijnsel. Daarom is het nuttig om te weten wat ze veroorzaakt.
De symptomen van een paniekaanval kunnen vaak worden verward met de verschijnselen die leiden tot een hartaanval of een ademhalingsprobleem.
Paniekaanvallen
Een paniekaanval is als een tsunami. Het is een ervaring van onredelijke, diepe en wanhopige angst, waarvoor geen echte aanleiding is. Het is ook een ervaring die gepaard gaat met intense fysiologische symptomen. Zo erg zelfs dat veel mensen naar de eerste hulp gaan en denken dat ze een hartaanval krijgen. Inderdaad, de fysieke pijn is echt, net als de emotionele beroering.
Professionals diagnosticeren paniekaanvallen volgens de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5). Ze worden gedefinieerd als golven van angst en intens ongemak die slechts een paar minuten duren. In feite nooit langer dan tien.
Het zijn dus korte episodes, maar daarom niet minder verontrustend. hieronder beschrijven we hoe paniekaanvallen zich manifesteren en vervolgens gaan we in op de redenen voor het ontstaan van paniekaanvallen.
Symptomen van een paniekaanval
De eerste paniekaanval wordt nooit vergeten. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het een van de meest schrijnende ervaringen is die iemand kan meemaken. Het voelt vaak alsof je gaat sterven.
Fysieke symptomen
- Duizeligheid.
- Beven.
- Tachycardie.
- Pijn op de borst.
- Gevoel van verstikking.
- Misselijkheid, maagklachten.
- Paresthesieën (tintelingen in het lichaam).
- Rillingen en zweten tegelijkertijd.
Emotionele en cognitieve symptomen
- Overmatige en irrationele angst.
- De lijder heeft het gevoel dat hij of zij gaat sterven.
- Depersonalisatie (onthechting van zichzelf).
- De perceptie dat ze ‘gek worden’.
- Derealisatie (het gevoel dat alles om hen heen niet echt is).
Er is momenteel geen direct verband bekend tussen paniekaanvallen en hartaandoeningen. Een meta-analyse (Engelse link) gepubliceerd in Systematic Reviewsmeldt zelfs dat dit verband uiterst zwak is. In werkelijkheid komt een hartaanval zelden voor naast een paniekaanval.
Maar iedereen die ooit een paniekaanval heeft gehad, zal zijn angst terugkoppelen naar de mogelijkheid dat de ervaring zich herhaalt. Dit is hoe de cyclus van een paniekaanval begint en zichzelf versterkt.
Achter de aanvallen van overmatige angst kan een bepaalde biologische en genetische aanleg schuilgaan. Bovendien hebben vrouwen de neiging om ze vaker te ervaren.
Redenen voor paniekaanvallen
Als je je ooit hebt afgevraagd wat de redenen zijn dat je paniekaanvallen hebt, moet je begrijpen dat het niet is omdat je zwak of emotioneel onbekwaam bent. Straf jezelf dus niet. Iedereen kan een paniekaanval krijgen. Dat gezegd hebbende, zijn er bepaalde variabelen die je risico om er last van te krijgen kunnen vergroten. Ze zijn nuttig om te weten. Lees verder om ze te ontdekken.
1. Biologische en genetische oorzaken
Hoewel iedereen wel eens een paniekaanval kan krijgen, hebben sommige mensen er regelmatig last van. De oorzaak van deze beperkende klinische realiteit ligt in genetische factoren. Een studie (Engelse link) uitgevoerd door Human Mo lecular Genetics beweert dat er een overmaat aan allelen zichtbaar is in het monoamine oxidase-gen bij vrouwen die last hebben van paniekaanvallen.
In de regel komen paniekaanvallen vaker voor bij vrouwen, zelfs nog vaker bij degenen met deze genetische bijzonderheid.
2. Functionele veranderingen in de cerebrale amygdala
Een van de mogelijke redenen voor paniekaanvallen zou kunnen liggen in de cerebrale amygdala. Dit zenuwcentrum voor emotionele verwerking kan bepaalde eigenaardigheden vertonen die het risico om eraan te lijden verhogen.
Een analyse (Engelse link) uitgevoerd door de Ewha Womans University (Zuid-Korea) stelt dat de amygdala, het centrum van angstverwerkingsnetwerken, verband houdt met zowel paniekaanvallen als hun chronische versie: paniekstoornis.
Dit hersengebied zorgt ervoor dat de lijder zichzelf altijd in een constante staat van alarm plaatst. De hyperarousal hult hen in een perceptie van aanhoudende angst, met het gevoel dat er iets heel ergs staat te gebeuren.
Tijdens paniekaanvallen wordt de prefrontale cortex, die geassocieerd wordt met logica en redeneren, uitgeschakeld. Dit biedt meer macht aan de amygdala, die verbonden is met emotionele verwerking zoals angst.
3. Chronische stress of voortdurende druk
Hoewel stress een natuurlijk mechanisme is waarmee we specifieke uitdagingen en bedreigingen het hoofd kunnen bieden, hebben we er soms geen controle over. Wanneer stressvolle situaties en druk zich voortslepen en de eisen onze psychologische middelen te boven gaan, ontstaan paniekaanvallen.
In deze situaties vertonen het lichaam en de hersenen echt hoge niveaus van cortisol, noradrenaline en adrenaline. Deze opgehoopte spanning kan elk moment ‘exploderen’. Sommige mensen hebben ook een lagere weerstand tegen stress. Dit kan te wijten zijn aan neurobiologische factoren of ontoereikende copingstrategieën. Het versterkt het ontstaan van paniekaanvallen.
4. Wanneer angst overweldigend is
Paniekaanvallen kunnen op zichzelf staan of comorbide zijn met andere stoornissen zoals angst of trauma. Het leven plaatst ons inderdaad vaak in moeilijke omstandigheden waarvan we niet altijd weten hoe we ermee om moeten gaan en die gepaard gaan met aanhoudende gevoelens van angst. Bijvoorbeeld:
- Omgaan met een verlies.
- Het hebben van een dierbare die ziek is.
- Omgaan met psychologische trauma’s.
- Een baan verliezen en financiële problemen krijgen.
- Last hebben van fobieën, zoals spreken in het openbaar.
- Confronteren met echt intense levensveranderingen, zoals relatiebreuken.
5. Andere redenen voor paniekaanvallen
De wetenschap waarschuwt al tientallen jaren voor het feit dat tabak het risico op paniekaanvallen verhoogt.
Een onderzoek (Engelse link) gepubliceerd in de Archives of Gene ral Psychiatry benadrukt dit punt zelfs. Het bevestigt het feit dat roken invloed heeft op het ontstaan van bepaalde psychische stoornissen, zoals angst. Bovendien leidt het gebruik van bepaalde psychoactieve drugs vaak tot paniekaanvallen.
Iedereen kan een paniekaanval krijgen. Ze fungeren als waarschuwingssignalen. Als ze frequent worden en de kwaliteit van leven aantasten, moet iemand gespecialiseerde hulp zoeken.
Wat te doen als je een paniekaanval hebt?
Een paniekaanval is een onderliggend symptoom van een emotionele realiteit waar je aandacht aan moet besteden. Het is een waarschuwing. Als je er een krijgt en de reden begrijpt, moet je er iets aan doen.
Als je echter niet begrijpt waarom het gebeurt en meer dan één paniekaanval per maand krijgt, moet je gespecialiseerde hulp zoeken. Hier zijn enkele richtlijnen om met een paniekaanval om te gaan.
Nuttige tips
Als een paniekaanval in je lichaam en geest wordt opgeroepen, vecht er dan niet tegen. Begrijp dat er niets ergs met je zal gebeuren. Je gaat niet dood; met je hart is niets aan de hand. Accepteer dat het een psychofysiologische reactie is op een ervaring van stress of angst die na verloop van tijd aanhoudt. Het is als een explosie van symptomen in het gezicht van ongereguleerde angst.
- Herhaal voor jezelf dat je veilig bent.
- Visualiseer ontspannende en positieve beelden.
- Blijf waar je bent en haal langzaam en diep adem.
- Zeg tegen jezelf dat de ervaring snel voorbij zal zijn.
Tips om paniekaanvallen te voorkomen
Om paniekaanvallen te voorkomen moet je de reden achter het optreden ervan begrijpen. Als je moeilijke tijden doormaakt, vraag dan om professionele ondersteuning of hulp van je vrienden en familie. De volgende strategieën zullen ook helpen:
- Bewegen. Wandel elke dag.
- Beoefen yoga of mindfulness.
- Steun op de mensen die van je houden.
- Leer hulpmiddelen om problemen op te lossen.
- Ga aan de slag met progressieve spierontspanning.
- Leer ontspanningstechnieken en diep ademhalen.
- Technieken introduceren om stress en je emoties te reguleren.
- Verbeter je levensgewoonten. Vermijd alcohol, beweeg en slaap goed.
Bedenk tot slot dat benaderingen zoals strategische korte therapie effectief zijn om paniekaanvallen of paniekstoornissen aan te pakken. Aarzel niet om de stap te zetten om de controle over je leven terug te krijgen en het welzijn te bereiken dat je verdient.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Deckert, J., Catalano, M., Syagailo, Y. V., Bosi, M., Okladnova, O., Di Bella, D., Nöthen, M. M., Maffei, P., Franke, P., Fritze, J., Maier, W., Propping, P., Beckmann, H., Bellodi, L., & Lesch, K. P. (1999). Excess of high activity monoamine oxidase A gene promoter alleles in female patients with panic disorder. Human Molecular Genetics, 8(4), 621–624. https://academic.oup.com/hmg/article/8/4/621/2896777?login=false
-
Isensee, B., Wittchen, H.-U., Stein, M. B., Höfler, M., & Lieb, R. (2003). Smoking increases the risk of panic: findings from a prospective community study: Findings from a prospective community study. Archives of General Psychiatry, 60(7), 692–700. https://jamanetwork.com/journals/jamapsychiatry/fullarticle/207565
- Kim, J. E., Dager, S. R., & Lyoo, I. K. (2012). The role of the amygdala in the pathophysiology of panic disorder: evidence from neuroimaging studies. Biology of Mood & Anxiety Disorders, 2(1), 20. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3598964/
- Na, H.-R., Kang, E.-H., Lee, J.-H., & Yu, B.-H. (2011). The genetic basis of panic disorder. Journal of Korean Medical Science, 26(6), 701–710. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3102861/
- Olaya, B., Moneta, M. V., Miret, M., Ayuso-Mateos, J. L., & Haro, J. M. (2018). Epidemiology of panic attacks, panic disorder and the moderating role of age: Results from a population-based study. Journal of Affective Disorders, 241, 627–633. https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0165032717321754
- Tully, P. J., Wittert, G. A., Turnbull, D. A., Beltrame, J. F., Horowitz, J. D., Cosh, S., & Baumeister, H. (2015). Panic disorder and incident coronary heart disease: a systematic review and meta-analysis protocol. Systematic Reviews, 4(1), 33. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4376084/