Psychobiologie: de hersenen en het gedrag bestuderen
Psychobiologie is een tak van de psychologie. Daarom is het belangrijkste doel de studie van gedrag. De aanpak heeft echter een speciaal kenmerk dat het zijn naam geeft – biologie. Om deze reden onderscheidt het zich sinds zijn oprichting in de 19e eeuw door de studie van mentale processen door middel van verschillende elementen en organische niveaus.
Verschillende sleutels tot de menselijke natuur blijven in het ongewisse. De psychologie probeert deze gebieden echter te belichten. In feite komt veel van de kracht die de psychobiologie tegenwoordig heeft voort uit het verdedigen van een methode die we nu als wetenschappelijk beschouwen. Een methode die zich niet uitstrekte tot andere stromingen of perspectieven.
wetenschappelijke psychologie
Door technologische vooruitgang kon Santiago Ramón y Cajal in 1988 de neuronale theorie publiceren. Tegelijkertijd legde William James bijvoorbeeld de principes van psychologie uit en legde hij de adaptieve functie van gedrag uit.
Later ontwikkelden wetenschappers zoals Pavlov, Thorndike en Watson experimentele methoden die verder gingen dan alleen observatie of het gebruik van logica, om het gedrag van organismen te bestuderen.
Hoe wordt gedrag verklaard?
Gedrag is biologisch geconditioneerd. Inderdaad, onze manier van handelen en denken is ook een product van onze evolutie. Bovendien zijn er, afhankelijk van de soort of groep individuen, significante verschillen. Deze verschillen worden gekenmerkt door verschillende factoren:
- fylogenetisch. Dit zijn de karakteristieke kenmerken van een soort. Bijvoorbeeld evolutionaire mijlpalen, zoals het verwerven van een tweevoetige houding bij de mens. Deze genetische prestaties maken het mogelijk dat een organisme door de omgeving wordt gestimuleerd.
Ontogenetisch. Dit verwijst naar individuele kenmerken die worden ontwikkeld dankzij genetisch potentieel. In deze factor komt het vermogen om een morfologisch of gedragskenmerk te ontwikkelen in het spel door interactie met de omgeving.
Epigenetica. Dit zijn de effecten van de omgeving die genexpressie moduleren. Te veel eten kan bijvoorbeeld genen activeren die obesitas bevorderen. Deze correlatie is niet noodzakelijk lineair. Voedsel, levensstijl of blootstelling aan stress kunnen bijvoorbeeld de expressie van erfelijke genen activeren of deactiveren.
Het is belangrijk om te verduidelijken dat de relatie tussen organisme, stimulus en respons, die het gedrag bepaalt, onmogelijk zou zijn zonder neuronale plasticiteit.
Deze eigenschap is gebaseerd op het vermogen van het zenuwstelsel om fysiologische veranderingen te ondergaan in overeenstemming met zijn interactie met de omgeving. Bijvoorbeeld het gewenningseffect, dat wordt gegenereerd wanneer reactiedrempels veranderen bij een persoon die overmatig wordt blootgesteld aan een stimulus.
De disciplines van de psychobiologie
Vanuit het perspectief van de psychobiologie wordt gedrag beschouwd als een reeks zichtbare manifestaties die worden gereguleerd door het zenuwstelsel. Door deze manifestaties kan het organisme actief worden gerelateerd aan de omgeving. Ze bepalen ook de fylogenetische en ontogenetische evolutie ervan.
Zo is menselijk gedrag gevoelig voor veranderingen in variabelen van extreem verschillende omstandigheden. In feite heeft de psychobiologie een poging gedaan om andere disciplines buiten de psychologie te integreren om deze conditionerende factoren te begrijpen. Zo zijn er ook verschillende takken ontstaan.
Takken die verantwoordelijk zijn voor fylogenetische factoren
Deze disciplines bestuderen de meest afgelegen oorzaken van gedrag. Inderdaad, psychobiologie is niet beperkt tot de studie van menselijk gedrag, maar ook die van andere soorten, aangezien we onder soortgelijke ‘regels’ zijn gevormd. De takken die verantwoordelijk zijn voor het bestuderen van de evolutionaire mijlpalen die gedrag markeren zijn:
- Evolutionaire psychologie. Om menselijk gedrag te begrijpen, is het namelijk noodzakelijk om het evolutionaire proces te bestuderen dat ons heeft geleid tot de plaats waar we ons nu bevinden.
- Ethologie. Deze discipline is gebaseerd op de studie van gedrag onder natuurlijke omstandigheden. Het probeert verbanden te leggen tussen biologische factoren en gedragskenmerken.
- Gedragsecologie. Bestudeert de gedragsstrategieën die voortkwamen uit ecologische en evolutionaire implicaties.
- sociobiologie. De discipline die onder andere de biologische grondslagen van het sociale gedrag van levende wezens bestudeert.
Ontogenetische takken van psychobiologie
De causaliteit van gedrag volgens factoren dichterbij in de tijd zou een attribuut zijn van de genetica van gedrag. Deze tak is namelijk gespecialiseerd in het bestuderen van de invloed van genen.
Ten eerste behandelt het de genetische impact op de ontwikkeling van fysiologische organen die als intermediairs fungeren. Het bestudeert ook de directe impact die deze uitingen hebben op het gedrag.
Epigenetische factoren en ontwikkelingspsychobiologie
Ontwikkelingspsychobiologie richt zich op de studie van de directe interacties van de omgeving op gedrag. Deze tak zou bijvoorbeeld zenuwtekorten bestuderen als het product van een slechte voeding in de eerste levensjaren. Deze interactie wordt gekenmerkt door directe gedragsdeterminanten. Er zijn verschillende takken die verantwoordelijk zijn voor de studie:
- Fysiologische psychologie. Bestudeert fysiologische veranderingen terwijl een gedrag zich ontwikkelt, veroorzaakt door een ingreep in het zenuwstelsel.
- Psychofarmacologie. Bestudeert drugsstimulatie.
- Psychofysiologie. Bestudeert de fysiologische varianten van het zenuwstelsel. Dit is zonder kunstmatige manipulatie of stimulatie.
- Psychoneuro-endocrinologie. Bestudeert de mechanismen waardoor hormonen ingrijpen in het zenuwstelsel.
- Neuropsychologie. De discipline die onder andere verantwoordelijk is voor het bepalen, binnen de klinische context, welke zenuwstructuren deelnemen aan de verschillende mentale processen.
De geschiedenis gaat verder en theoretische en experimentele paradigma’s blijven zich ook ontwikkelen. Psychobiologie is een voorbeeld van een discipline die erin is geslaagd kennis van zoveel anderen te integreren. Momenteel zijn er veel theorieën die verband houden met epigenetica. Deze bevestigen dat veel aspecten van gedrag een raadsel blijven.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- García Robles, R., Ayala Ramírez, P. A., & Perdomo Velásquez, S. P. (2012). Epigenética: definición, bases moleculares e implicaciones en la salud y en la evolución humana. Revista ciencias de la salud, 10(1), 59-71.
- Bares, C. T., & Arrieta, M. D. E. (2005). Psicofarmacología: Una aproximación histórica. Anales de Psicología/Annals of Psychology, 21(2), 199-212.