Jean-Martin Charcot, een uitzonderlijk man van de wetenschap
Jean -Martin Charcot was een beroemd arts en neuroloog. Hij werd geboren in Parijs in 1825. Zijn bijdragen tot de geneeskunde en de psychologie hadden een beslissende weerklank. Hij was student van de befaamde Guillaume Duchenne de Boulogne.
Hij en Charcot worden beiden als de vaders van de neurologie beschouwd. Charcot was ook de belangrijkste voorloper van de psychoanalyse.
Charcot werkte gedurende 30 jaar in het beroemde ziekenhuis Pitié-Salpêtrière. Toen Charcot in de Salpêtrière begon, waren er ongeveer 5.000 patiënten. 3.000 van die patiënten hadden mentale problemen. In dat dat ziekenhuis bestudeerden en experimenteerden nieuwe artsen met het gebruik van nieuwe methoden.
In die tijd was het het belangrijkste medische centrum ter wereld in alles wat met de hersenen te maken had.
“Theorie is goed maar het verhindert niet dat factoren van buitenaf optreden.”
-Jean-Martin Charcot-
Jean-Martin Charcot werd in Europa erg beroemd toen men hypnose begon te gebruiken als een behandelingsmethode bij hysterie. Hij was echter vooral een man van de wetenschap. Om die reden stond hij ook open voor alle nieuwigheden in het gebied van de geneeskunde.
Zijn observaties hebben ertoe geleid dat hij een speciale interesse kreeg voor hysterie. Hij heeft deze stoornis meer onderzocht dan enig andere tijdsgenoot.
Jean-Martin Charcot en zijn aankomst in de Salpêtrière
Jean-Martin Charcot werkte met allerlei soorten patiënten. Ze waren prostituees, landlopers, mensen met cognitieve problemen en anderen die door de maatschappij verworpen waren.
De Salpêtrière was toen bekend als het grote toevluchtsoord van menselijke ellende. Het was Charcot die deze chaotische plek omgevormd heeft tot het belangrijkste onderzoekscentrum in Europa.
Sinds de tijd van Hippocrates dacht men dat de baarmoeder een beweeglijk orgaan was dat door het lichaam van een vrouw doolde. Wanneer dat orgaan de borstkas bereikte, zou het ernstige symptomen veroorzaken. Dat waren onder andere vreemde stuiptrekkingen en opvliegers. Men gaf dit de naam hysterie.
Veel vrouwen vertoonden dergelijke symptomen. In die tijd dacht men dat hysterie een aandoening was die alleen bij vrouwen optrad.
Op het moment dat Jean-Martin Charcot in de Salpêtrière taankwam kregen vele patiënten geen behandeling. Anderzijds hadden de meeste vrouwen de diagnose gekregen dat ze hysterisch waren. De Franse arts stelde echter vast dat ook sommige mannen symptomen vertoonden die men als hysterisch kon omschrijven.
Vrouwen hadden niet alleen opvliegers en plotselinge aanvallen. De ziekte kwam ook op andere vreemde manieren tot uiting. Er waren gevallen van blindheid of verlamming. Het gemeenschappelijke aspect in deze gevallen, was dat men voor die symptomen geen medische verklaring had.
Hysterie
Jean-Martin Charcot wijdde zich in de eerste plaats aan de studie van de hersenen. Zijn onderzoek heeft tot de grondslagen geleid om aandoeningen als sclerose, hersenbloedingen, de ziekte van Friedrich en het syndroom van Tourette te begrijpen.
Zijn nieuwsgierigheid bracht hem echter steeds opnieuw naar de afdeling van de patiënten met zogenaamde eenvoudige epilepsie. Daar had men 90% van de patiënten geclassificeerd als hysterisch en zenuwziek.
Jean-Martin Charcot heeft bewezen dat hysterie niets te maken heeft met de baarmoeder maar eerder met de hersenen. Hij ontwierp ook een theorie die stelde dat de oorsprong van deze stuiptrekkingen, opvliegers, verlamming en andere onverklaarbare symptomen een gevolg konden zijn van een ervaring in het verleden.
Bijna tegelijkertijd stelde hij het idee voor dat dit kwaad behandeld kon worden door middel van hypnose. Dit is hoe één van de meest fascinerende scenario’s van die tijd ontstond: de dinsdagsessies.
In zijn dinsdagsessies stelde hij gevallen van hysterie bijna altijd in de context van een hysterisch scenario voor. De Franse arts toonde aan hoe de symptomen één voor één verdwenen terwijl de patiënt onder hypnose was. Het waren niet allemaal vrouwen. Men had bewezen dat ook mannen aan hysterie leden.
Jean-Martin Charcot, een onderwerp van discussie
Vele tijdsgenoten van Charcot hadden kritiek. Ze beschuldigden hem ervan dat hij op een onwetenschappelijke manier werkte en dat hij van zijn dinsdagsessies een circus maakte. Deze opmerkingen waren niet terecht. Charcot bezat namelijk een diep wetenschappelijke geest.
Om die reden kon men ook nooit bewijzen dat die beschuldigingen waar waren. Hij begon snel overeenkomsten vast te stellen tussen hysterie en hypnose.
Charcot opperde het bestaan van een traumatische hysterie. Die zou uitgelokt worden door een gebeurtenis die een diepgaande impact veroorzaakte op de geest van een persoon. In het geval van traumatische hysterie gebeurt er iets.
Het trauma is net als zelfhypnose: het trauma heeft de machtiging en zorgt ervoor dat de persoon op een vreemde manier begint te handelen zonder dat hij zich hiervan bewust is.
Eén van de grote bijdragen van Jean-Martin Charcot was precies dit feit. Hij beperkte het begrip “trauma” tot de geest. Sigmund Freud was één van de studenten van Charcot. Dankzij het werk van Charcot ontdekte Freud de psychoanalyse.