Een kindertekening: fases en ontwikkeling

Een kindertekening: fases en ontwikkeling
Sergio De Dios González

Beoordeeld en goedgekeurd door de psycholoog Sergio De Dios González.

Geschreven door Alejandro Sanfeliciano

Laatste update: 27 december, 2022

Kinderen houden van tekenen. Het is een manier voor hun om hun realiteit te schetsen. Misschien kiezen ze ervoor om iets uit hun fantasie te schetsen, of het beeld dat zij van de wereld hebben. Als we een kindertekening bekijken, krijgen we een kijkje in hoe zij de wereld om zich heen zien.

Het verband tussen de beelden die in het hoofd van een kind bestaan en hun tekeningen lijkt erg sterk te zijn. De mentale beelden zijn interne imitaties, maar ze komen goed naar buiten in deze tekeningen.

Als we de kwalitatieve ontwikkeling van een kindertekening onderzoeken, kunnen we zodoende een beter zicht krijgen op de aanleg van kinderen voor symboliek.

De fases van een kindertekening

In dit artikel gaan we het hebben over een aantal onderzoeken van Georges-Henri Luquet met betrekking tot kindertekeningen. Luquet was een filosoof die constateerde dat een kindertekening over het algemeen realistisch is. 

De reden hiervoor is dat kinderen meer aandacht hebben voor de eigenschappen van de werkelijkheid. Dit in contrast met oudere kinderen of volwassenen die zich vaker richten op het verfraaien van hun tekeningen.

De fases van een kindertekening zijn als volgt:

  1. Toevallig realisme
  2. Mislukt realisme
  3. Intellectueel realisme
  4. Visueel realisme

Toevallig realisme

De handeling van het tekenen begint als verbetering van de motorische vaardigheden van het kind. Daarom zullen de eerste creaties van het kind altijd “gekrabbel” zijn. Dit gekrabbel is het resultaat van het experimenteren met zijn motorische vaardigheden. Zo wordt een basis gelegd voor de volgende fases.

Kindertekening

Snel hierna begint het kind een overeenkomst te zien tussen zijn tekeningen en de omliggende realiteit. Hij probeert deze vaak vast te leggen ondanks hun onvermogen om dit (nauwkeurig) te doen.

Als je hem vraagt wat hij aan het tekenen is, vertelt hij je misschien eerst dat het niks is. Zodra hij echter een overeenkomst vindt tussen zijn tekening en de realiteit, zal hij het als een ware representatie zien.

Deze fase heet daarom toevallig realisme. De representatie van de realiteit komt pas nadat de kindertekening klaar is of terwijl deze nog gemaakt wordt. Er was nooit echt een bedoeling om datgene te tekenen wat het kind uiteindelijk erin ziet.

De overeenkomst is op toeval gebaseerd. Het kind verwelkomt deze overeenkomst echter met enorm veel enthousiasme. Zodra hij de overeenkomst tussen de tekening en de realiteit zien, zal hij deze wellicht proberen te verbeteren.

Mislukt realisme

In deze fase probeert het kind iets te tekenen dat hij zelf in gedachten heeft. Door bepaalde omstandigheden raakt hij waarschijnlijk gefrustreerd en faalt hij.

Het voornaamste obstakel in deze fase is vooralsnog zijn geheel aan motorische vaardigheden. Deze zijn nog niet ver genoeg ontwikkeld en nog niet in staat tot de vereiste mate van precisie. Daardoor kan hij nog niet precies natekenen wat hij voor ogen had.

Nog een probleem is het concentratievermogen van het kind. Hij let niet genoeg op wat hij aan het doen is. Daardoor mist hij bepaalde belangrijke details die de tekening wel zou moeten bevatten.

Volgens Luquet is het belangrijkste onderdeel van deze fase “synthetisch onvermogen.” Dit begrip omvat de moeilijkheden die het kind heeft met organiseren, ordenen en oriënteren op de onderdelen van een tekening. 

Tijdens het maken van een tekening, zo ook een kindertekening, is het verband tussen de verschillende onderdelen erg belangrijk. Een goede organisatie van deze onderdelen is wat een kindertekening tot een succes of een mislukking maakt.

In deze ontwikkelingsfase is dit nog erg moeilijk te bereiken voor kinderen. Als een kind bijvoorbeeld een gezicht tekent, plaatst hij bijvoorbeeld wellicht de mond boven de ogen.

Intellectueel realisme

Als het kind de bovengenoemde obstakels overwint, komt hij in de volgende fase terecht. Niets kan nu nog voorkomen dat de kindertekening een zekere mate van echt realisme bevat. Het is echter belangrijk om te onthouden dat kinderlijk realisme niet hetzelfde is als volwassen realisme.

Het kind legt de realiteit niet vast zoals hij het echt ziet, maar zoals hij het kent. Daarom noemde Luquet deze fase “intellectueel realisme.”

Het is wellicht de meest representatieve fase van de kindertekening. Het is ook de meest interessante fase wat betreft onderzoeken en studies. Door deze hele fase heen, zien we twee eigenschappen die regelmatig terugkeren in de tekeningen: “transparantie” en “vermijding.”

Kindertekening van een olifant in een slang

Wanneer we het hebben over “transparantie,” bedoelen we het feit dat een kind dingen tekent die verstopt zijn. Ze laten bepaalde delen weg in hun tekeningen die dingen verbergen en maken ze transparant. Denk bijvoorbeeld aan een kip in een ei, of voeten in de schoenen.

Het andere proces, “vermijding,” bestaat uit wanneer kinderen het perspectief van het getekende object negeren. Een voorbeeld hiervan is wanneer ze een voorgevel verticaal tekenen, en het interieur van de kamers vanuit een vogelperspectief.

Deze twee eigenschappen laten ons zien dat visuele factoren niet relevant zijn bij het uitdrukken van bepaalde dingen in een kindertekening. In plaats van het incalculeren van deze visuele factoren, refereert het kind aan zijn mentale beeld. Daarna probeert hij vast te leggen wat hij kent, in een tekening.

Dat is waar “fouten” vandaan komen. Denk weer even terug aan het fenomeen van “transparantie,” of een foute toepassing van een bepaald perspectief in een tekening.

Visueel realisme

Vanaf ongeveer 8 of 9 jaar is het kind bijna in staat om als een volwassene te tekenen. Het kind kan nu de realiteit nauwkeurig natekenen. Om dit te bereiken, houdt het kind zich aan twee regels: perspectief en trouw aan perspectief.

De eigenschappen van intellectueel realisme verdwijnen hierbij totaal. De onzichtbare elementen worden niet langer in de tekeningen verwerkt. De juiste perspectieven worden ook gebruikt in deze fase. Dit is hét teken dat een kind in de fase van het visueel realisme zijn beland.

Daardoor verliest de tekening zijn kinderlijke uiterlijk. Veel kinderen beginnen rond deze tijd ook interesse te verliezen in het tekenen op zich. Dat komt doordat ze het gevoel krijgen dat hun tekeningen nooit echt realistisch zullen lijken.

In onze conclusie willen we nog één laatste punt benoemen. Terwijl we deze fases in de kinderontwikkeling kunnen onderscheiden door de tekeningen te beoordelen, moeten we wel voorzichtig zijn.

Deze ontwikkeling loopt niet per se zo lineair als dat het lijkt. Sommige kinderen zullen verder gevorderd zijn hun leeftijdsgenoten; sommigen zullen juist achterlopenSommige kinderen die tekenen veel te moeilijk vinden, zullen vaak in een eerdere fase blijven hangen. 


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Leal, A. (2017). Dibujos infantiles, realidades distintas: un estudio sobre simbolización gráfica y modelos organizadores. Revista de Psicologia da UNESP9(1), 140-167.
  • Madera-Carrillo, H., Ruiz-Diaz, M., Evangelista-Plascencia, E. J., & Zarabozo, D. (2016). Calificación métrica del dibujo infantil de la figura humana. Una propuesta metodológica. Revista Iberoamericana de Psicología8(2), 29-42.
  • Tuneu, N. P. (2016). El arte infantil. Conocer al niño a través de sus dibujos. Historia y Memoria de la Educación, (5), 503-508.
  • Widlöcher, D., & Strack, R. (1975). Los dibujos de los niños: bases para una interpretación psicológica. Herder.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.