De kenmerken en ontwikkeling van de neuro-ethiek

In dit artikel kun je meer leren over de grondslagen van de neuro-ethiek en de primaire takken van dit studiegebied. Ontdek de redenen waarom deze specifieke discipline zoveel potentie heeft voor toekomstig onderzoek.
De kenmerken en ontwikkeling van de neuro-ethiek
Bernardo Peña Herrera

Beoordeeld en goedgekeurd door de psycholoog Bernardo Peña Herrera.

Geschreven door Bernardo Peña Herrera

Laatste update: 10 oktober, 2023

De neuro-ethiek is een discipline die vanwege de toename in neurowetenschappelijk onderzoek van de afgelopen jaren steeds meer vooruitgang boekt in de internationale wetenschappelijke gemeenschap.

De neuro-techniek verscheen echter al in 2002 als vakgebied op het toneel, toen een groep specialisten uit verschillende vakgebieden samenkwam om de ethische en sociale implicaties van hersenonderzoek te bestuderen. Ze vonden dat klassieke bio-ethiek te algemeen was om de specifieke ethische problemen van de neurowetenschappen aan te pakken.

In 2002 organiseerde de Society for Neuroscience de allereerste neuro-ethische conferentie. Vervolgens werd in 2006 de International Neuroethics Society opgericht. De leden van deze organisatie zijn professionals die zich zorgen maken over de sociale, juridische, politieke en ethische implicaties die de vooruitgang in de neurowetenschappen kan hebben.

Zoals je kunt zien, is de neuro-ethiek dus relatief recent. In dit artikel kijken we naar de ontwikkeling van de neuro-ethiek, vanaf het begin tot heden. Dit overzicht van de geschiedenis van de neuro-ethiek geeft je een dieper inzicht in deze snelgroeiende wetenschap.

Afbeelding van de hersenen als mechanisme

De oorsprong van de neuro-ethiek

Om te begrijpen hoe de neuro-ethiek een wetenschap werd, moet je rekening houden met de interdisciplinaire aard van de neurowetenschappen. Het gebied van de neuro-ethiek kwam voort uit een groot aantal disciplines die het zenuwstelsel bestudeerden.

In de loop van de tijd groeide de behoefte aan interdisciplinair begrip en begonnen onderzoekers zich steeds meer zorgen te maken over ethische kwesties. Zo speelden de klassieke vraagstukken over het zenuwstelsel en de geest-hersenrelatie een belangrijke rol.

Naast al deze factoren heeft de bio-ethiek ook veel vooruitgang geboekt. De bio-ethiek bestudeert de ethische aspecten van de biowetenschappen zoals biologie en geneeskunde. De vooruitgang in de bio-ethiek zette neurowetenschappers ertoe aan belangrijke ethische en morele vraagstukken bij te houden.

Het gevolg van deze parallelle progressie van de neurowetenschappen zelf betekende daarentegen dat het onderzoek verschoof naar onderwerpen die gerelateerd zijn aan de geest, zoals cognitieve en emotionele functies en pathologieën.

De neuro-ethiek werd dus geboren vanuit de behoefte aan een discipline die zich bezighield met het opstellen van adequate voorschriften voor onderzoek in deze gebieden.

Een bijeenkomst in 2002 in San Francisco

De Stanford University en de University of California organiseerden in 2002 een bijeenkomst in San Francisco die het begin markeerde van de neuro-ethiek als een onafhankelijke wetenschappelijke discipline.

Ongeveer 150 neurowetenschappers woonden de conferentie bij. Samen legden ze de basis voor de neuro-ethiek. Tijdens de conferentie bedachten de aanwezigen een definitie van de neuro-ethiek en de reikwijdte van de studie:

“De studie van de ethische, juridische en sociale vraagstukken die zich voordoen wanneer wetenschappelijke bevindingen over de hersenen worden toegepast in de medische praktijk, juridische interpretaties en gezondheid en sociaal beleid. Het onderzoek naar wat goed en fout is, goed en slecht aan de behandeling, perfectie en welkome invasie of zorgwekkende manipulatie van het menselijk brein.”

Hoewel ze een definitie bedachten, moesten de onderzoekers nog veel uitwerken. Een bijzonder gecompliceerd aspect was dat de focus van de neuro-ethiek bijna geheel lag op ziekten van het zenuwstelsel.

Een ander probleem was het gebrek aan aandacht voor preventiemethoden en het functionele aspect van het zenuwstelsel, ten nadele van wetenschappen zoals de psychologie. Zoals je kunt zien, hebben we nog een lange weg te gaan om een ​​breder en meer omvattend perspectief van de neuro-ethiek te bewerkstelligen.

Het menselijk brein als mechanisme

Kenmerken en ontwikkeling van de neuro-ethiek

De ontwikkeling van de neuro-ethiek is een weerspiegeling van de evolutie van vier primaire studiegebieden:

  • Neurowetenschappen en het zelf. De relatie tussen de neurowetenschappen en vrijheid en menselijke verantwoordelijkheid. Het bestudeert ook de biologische basis van persoonlijkheid, gedrag en emoties.
  • Neurowetenschappen en sociale praktijken. Dit onderzoek richt zich op sociale pathologieën en geheugen- en leerprocessen. Het onderzoekt ook persoonlijke en criminele verantwoordelijkheid, die soms overlapt met forensische neuropsychiatrie.
  • Ethiek en beoefening van de neurowetenschappen. Dit studiegebied houdt zich bezig met de ethiek van de klinische praktijk. Het omvat zaken als neurochirurgie, psychofarmaca, genetische therapie, neurale protheses enz. Het probeert ook onderzoek en therapeutische benaderingen aan te passen aan zenuwaandoeningen.
  • Neurowetenschap en openbaar discours. Dit verwijst naar de relaties tussen de neurowetenschappen en de academische vorming van neurowetenschappelijke onderzoekers. Het heeft ook te maken met zaken als openbaarmaking en de relatie met sociale media.

Kortom, de neuro-ethiek is een relatief nieuwe multidisciplinaire wetenschap met een enorm toekomstpotentieel en veel langetermijndoelen. Het is en blijft een vruchtbaar onderzoeksgebied.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Bonete, E. (2010). Neuroética práctica. Descleé de Brower.
  • Cortina, A. (2010). Neuroética:¿ Las bases cerebrales de una ética universal con relevancia política?. Isegoría, (42), 129-148.
  • Evers, K. (2011). Neuroética. Cuando la materia se despierta(Vol. 3071). Katz editores.
  • Marcus, S.J (2002). Neuroethics. Mapping the Field. The Dana Press.
  • Orts, A. C. (2012). Neuroética y neuropolítica: sugerencias para la educación moral. Tecnos.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.