Pinokkio en het belang van onderwijs
Pinokkio is het hoofdpersonage in De Avonturen van Pinokkio van Carlo Collodi. Kinderen en volwassenen zijn weg van dit figuurtje in de de Disneyfilm. In theater, film en televisie bestaan er nog andere versies. Maar we stellen ons meestal Pinokkio voor als het houten jongetje wiens neus groeit, telkens als hij liegt. Dit verhaal gaat echter over meer dan de leugens van kinderen. Want de symboliek verwijst ook naar het belang van onderwijs.
Laten we ons focussen op de Disneyversie want dat is de meest bekende, hoewel het verhaal anders is dan het originele. In 1940 ging het in première. En nu is het nog steeds een goed voorbeeld van het belang van onderwijs bij kinderen. Anderzijds is de wereld heel wat veranderd sinds 1940. Het is dus belangrijk dat we het verhaal in zijn context plaatsen. We proberen ons eerst voor te stellen hoe het leven in 1940 was. Daarna zullen we van dit geliefde personage een moderne Pinokkio maken.
Pinokkio en andere verhalen
In het begin van de film verschijnen drie boeken: Alice in Wonderland, Peter Pan en Pinokkio. Japie Krekel opent het laatste boek. Dan begint het verhaal. Deze link met de andere verhalen is interessant. Disney heeft namelijk tien jaar later ook van deze verhalen een animatiefilm gemaakt.
Als we de verhalen vergelijken, dan zien we verschillende gelijkenissen:
- De hoofdpersonages zijn kinderen die niet groot willen worden of die het moeilijk hebben volwassen te worden.
- De verhalen bevatten morele lessen over wat goed en fout is.
- Dieren met menselijke kenmerken treden erin op. Ze spelen een fundamentele rol in het verhaal.
- De kinderen stellen veel vragen; ze zijn nieuwsgierig.
- De drie verhalen bekritiseren allemaal verschillende aspecten van de samenleving, in het bijzonder aspecten die verband houden met opvoeding.
We zouden elk verhaal erg diepgaand kunnen ontleden. Maar vandaag focussen we ons op Pinokkio en op enkele relevante aspecten.
De geboorte van Pinokkio, het houten jongetje
Pinokkio is een pop die Geppetto, een eerlijke, hardwerkende en goedhartige man, uit hout uitgesneden heeft. Vanaf het begin zien we bij Gepetto een vaderlijk instinct. We zien het in de manier waarop hij voor zijn huisdieren zorgt: Figaro, de kat, en Cloe, de vis. Hij behandelt hen alsof ze deel uitmaken van het gezin. Met deze dieren heeft hij een thuis gecreëerd en hij gedraagt zich als een vader.
Maar hij verlangt een echt kind te hebben en wenst dat Pinokkio levend wordt. De Blauwe Fee is verantwoordelijk voor de vervulling van deze wens en maakt Pinokkio levend. En het is geen toeval dat het gekozen materiaal hout is. Want het bezit een grote symboliek. In sommige mythologieën diende het idee van een houten man als verklaring voor de schepping. Pinokkio zal een houten jongetje blijven totdat hij bewijst dat hij klaar is om een echt jongetje te worden.
De fee geeft aan Japie Krekel de opdracht om het geweten van Pinokkio te zijn en zijn gids in het leven. Ook dit is belangrijk. Want in vele culturen beschouwt men de krekel als de brenger van geluk en wijsheid. De Blauwe Fee symboliseert voor Pinokkio de rol van de moeder. Zij heeft hem tenslotte het leven gegeven en zal verschijnen op die momenten waarop hij haar het meest nodig heeft.
“Wat is het geweten? Ik zal het jou vertellen. Je geweten is de zwakke innerlijke stem die niemand hoort. Dat is de reden dat de wereld zo slecht is.”
-Japie Krekel-
De weg van het leven
De grote problemen beginnen op te treden wanneer Pinokkio een onderscheid moet maken tussen goed en kwaad. Hij moet leren om verleiding te overwinnen. Japie Krekel, zal hem proberen te helpen, maar mislukt vaak. Het geweten is die innerlijke stem die we allemaal bezitten. Het is iets kleins, zo klein als Japie Krekel, en soms is het moeilijk te horen.
De volgende ochtend verlaat Pinokkio het huis en gaat hij naar school. Dit keerpunt is een metafoor voor het levenspad. Op onze weg om goed te doen komen we obstakels tegen. En het is vaak erg gemakkelijk om van dit pad af te wijken. Pinokkio is niet goed of slecht. Maar hij moet nog veel leren en wijsheid verzamelen zodat hij op het rechte pad kan blijven.
Als gevolg van zijn onschuld en zijn onwetendheid over de wereld komt hij in problemen terecht die hem zullen uitdagen. Op zijn weg ontmoet hij twee oplichters: een vos met de naam Jantje Fatsoen, en zijn vriend, de kat Gideon. De keuze van deze personages is niet toevallig. Want vossen worden vaak geassocieerd met sluwheid en katten met verraad.
Beide personages zijn onwetend. Ze kunnen niet lezen of schrijven. Bovendien zijn ze hebzuchtig en profiteren ze van de onschuld van Pinokkio. Ze hebben zich laten meeslepen door de verleiding een oplichter te zijn en de dingen zomaar te krijgen zonder er iets voor te doen.
“Waarom wil een komediant een geweten?”
-Japie Krekel-
Pinokkio werkt een tijdje als een marionet voor Stromboli. Hij zingt en danst, en beweegt zonder touwtjes. Hier zien we de ironie en de metafoor van de marionet: een pop beweegt niet uit zichzelf. Het heeft touwtjes nodig en iemand die aan de touwtjes trekt. Pinokkio heeft die niet nodig. Hij is dus vrij. Maar snel ontdekt hij dat het leven heel anders is.
Onderwijs beschermt je tegen bedrog, ongeletterdheid maakt je kwetsbaar.
Leren en bevrijding
Zodra Pinokkio bevrijd is van Stromboli, trapt hij opnieuw in de val van Jantje Fatsoen. Want Jantje Fatsoen geeft hem een Schoppenaas en doet hem geloven dat het een kaartje is voor het spelletjeseiland. Op dit eiland ziet alles er prachtig uit. Kinderen kunnen er spelen, roken, drinken, geweld gebruiken… Er bestaan geen wetten en de kinderen zijn vrij.
Maar ze zijn misleid. Hun ‘pret’ eindigt wanneer ze veranderen in ezels. Deze ezels zullen gebruikt worden om te werken. Een gebrek aan onderwijs leidt dus tot slavernij.
Uiteindelijk ontdekt Pinokkio dat Gepetto naar hem op zoek gegaan is. Een walvis heeft hem ingeslikt. Pinokkio is ongerust en besluit zijn fouten te herstellen. Hij gaat zijn vader redden. De buik van de walvis verlaten staat symbool voor bevrijding. Het verwijst ook naar het overwinnen van tegenslagen en het openen van deuren tot kennis.
De leugens
Anderzijds legt deze film ook de nadruk op het probleem van liegen. We zien dat Pinokkio tegen zichzelf liegt. Hij liegt wanneer de Blauwe Fee hem vraagt waarom hij niet op school is. Pinokkio weet dat hij iets heeft gedaan wat niet mag. Instinctief beschermt hij zichzelf. Liegen is een verdedigingsmechanisme.
Het is geen voorbedachte leugen en ook niet erg uitgewerkt maar eerder een improvisatie van het moment. Dit is net als de manier waarop kinderen liegen om straf te vermijden als ze weten dat ze iets verkeerds gedaan hebben. Dit soort leugen komt vooral voor bij kinderen die tussen de vier en de vijf jaar oud zijn. Maar we weten allemaal dat dit gedrag kan blijven hangen. Er bestaat zelfs zoiets als het Pinokkio-syndroom.
Onderwijs genieten is vrij zijn
Het is belangrijk dat je de film bekijkt vanuit de tijdsgeest waarin deze is gemaakt. Want in die tijd was ongeletterdheid in westerse landen nog steeds een ernstig probleem. Zowel het onderwijssysteem als het gezinsmodel werden toen nog steeds erg bepaald door een bepaalde manier van denken. Deze denkwijze was in veel gevallen stroef en onbeweeglijk. In bepaalde delen van de samenleving bestaat het nu nog steeds. In vele andere is het echter hervormd.
Pinokkio geeft ons een duidelijke boodschap: onderwijs bevrijdt ons. Kennis leidt ons tot het nemen van goede beslissingen en voorkomt dat we in de valkuil van bedrog trappen. Daarom zijn wij, de opvoeders van de komende generaties, verantwoordelijk voor het opvoeden van kinderen zodat ze vrij zijn. We moeten hen leren kritisch te denken en op een onafhankelijke manier goede beslissingen te nemen.
We hebben het hier niet alleen over opvoeding in de academische betekenis (goed zijn in wiskunde, talen of sport). Het gaat ook over opvoeding in de betekenis van het vermogen bezitten om te redeneren, na te denken, te analyseren, kritisch te zijn. Elk kind is uniek. Het is onze plicht en tegelijkertijd ons voorrecht om voor hen te zorgen. Leraren spelen een erg belangrijke rol, maar dat doen ook de ‘leraren’ in de thuissituatie.
“De eerste taak van opvoeders is het leven opschudden, maar het vrij laten om zich te ontwikkelen.”
-Maria Montessori-