De theorie van Hannah Arendt over het actieve leven
Hannah Arendt was een Duitse filosofe van Joodse afkomst. Ze begon haar studies bij de beroemde Duitse filosoof Martin Heidegger. Maar toen het naziregime aan de macht kwam, werd zij gedwongen Duitsland te ontvluchten. Ze vestigde zich in de Verenigde Staten. Hannah Arendt ontwikkelde een politieke filosofie die zich focuste op hedendaagse problemen met inbegrip van het totalitarisme en geweld.
Haar meest opmerkelijke werken behandelen de motieven die mensen ertoe aanzetten om onder totalitaire regimes afschuwelijke daden te plegen. Eén van haar bekendste uitspraken was dat zij er stellig van overtuigd was dat vele leden van de nazipartij normale mensen waren die onder bepaalde omstandigheden onvergeeflijke daden pleegden. Ze beweerde dat zij die daden nooit gepleegd zouden hebben, als die omstandigheden niet aanwezig geweest zouden zijn. Ze zouden zichzelf zelfs niet herkennen in het plegen van die daden.
Het was een uitspraak die nogal wat kritiek opleverde. Vele mensen vonden het erg ongemakkelijk. Zij hield vol dat vele mensen die gefolterd, mishandeld en gemoord hadden geen slechte mensen waren. Ze waren eerder op een of andere manier misleid door hun specifieke omstandigheden. Het heeft haar zelfs vele vriendschappen gekost maar wanneer ze de kans kreeg, verdedigde ze waarin ze geloofde.
Het lijkt misschien alsof dit allemaal in een ver verleden gebeurde. Maar het is vandaag de dag eigenlijk erg relevant. Want vele mensen geloven bijvoorbeeld dat terroristen gek zijn. Maar als we de theorieën van Hannah Arendt toepassen dan komen we toch tot een andere conclusie. In plaats van hun psychologische gezondheid in twijfel te trekken, overwegen we andere factoren die ertoe leiden dat mensen binnen een organisatie kiezen voor de weg van geweld.
De theorie van Hannah Arendt over het actieve leven
In de theorie van Hannah Arendt zijn er drie fundamentele activiteiten in een mensenleven: arbeid, werk en actie. Arbeid komt overeen met de biologische processen van het menselijke lichaam.
Twee voorbeelden zijn eten en slapen. Het zijn noodzakelijke activiteiten in het leven maar ze blijven niet eeuwig duren. Zodra we ze beëindigen is de activiteit voorbij. Deze behoeften zijn vitaal voor de overleving. We kunnen niet zonder. Er is hier dus geen ruimte voor vrijheid.
De functie van werk
De tweede activiteit in een actief leven is werk. Dit is de activiteit die dingen en resultaten oplevert. Het omvat bouwen, ambachten, kunst en alles wat we creëren. Het omvat ook activiteiten zoals het vervaardigen van instrumenten of voorwerpen, maar ook kunstwerken.
Met deze activiteit proberen we de controle over de natuur te nemen, door te werken met natuurlijk materiaal om voorwerpen te bouwen. Deze activiteit schept een kunstmatige wereld zoals een huis. Het verschilt van produceren omdat de verkregen voorwerpen duurzaam zijn. Het resultaat van het werk is iets dat iets voortbrengt. We maken er gebruik van, maar we maken het niet op.
Wanneer we de laatste activiteit, de actie, uitvoeren, dan ontstaan individuen. Ze worden uitgebouwd op wat ze zijn. Dat is hoe zij van elkaar verschillen. Actie laat het optreden van diversiteit toe. En dit laat ons de verschillen in andere mensen waarnemen.
Op die manier verwerven we een identiteit. Het is gebaseerd op het verschil tussen de persoon die de actie uitvoert en de andere persoon. Alleen door middel van actie worden individuen geboren. Het is hierdoor dat wat persoonlijk was openbaar wordt, want het wordt gedeeld met anderen. Door te handelen en te spreken tonen mensen wie ze zijn.
Actiegebieden
Elke activiteit vindt plaats in zijn eigen specifiek gebied. Het persoonlijke gebied (om te produceren), het sociale gebied (om te werken) en het publieke gebied (om te handelen). Het onderscheid tussen het publieke en het persoonlijke gebied is gebaseerd op de traditie van de Griekse polis.
De persoonlijke sfeer is het huis. In dit gebied kan je niet spreken van vrijheid of gelijkheid maar eerder van een gemeenschap van reële behoeften. In deze sfeer beoefenen we productie. Het persoonlijke gebied is een natuurlijke ruimte in tegenstelling tot de kunstmatigheid van het publieke gebied.
De publieke sfeer is de ruimte van de actie en van de communicatie. In dit gebied tonen we anderen wie we zijn. Dit bevestigt ons bestaan. De publieke wereld is een gedeelde wereld. Het is geschapen door vervaardigde voorwerpen en acties die niet-tastbare voorwerpen zoals wetten, instellingen en cultuur creëren.
Deze gecreëerde ruimte voorziet de acties en de voorwerpen van bestendigheid, stabiliteit en duurzaamheid. Actie is kwetsbaar maar de publieke ruimte geeft het stabiliteit door middel van het geheugen. De publieke ruimte bevat ook de publieke belangen, die te onderscheiden zijn van de persoonlijke belangen.
Maar dit onderscheid is vervaagd geraakt door het verschijnen van nog een ander gebied, de sociale sfeer. Dit gebied is het product van een uitwisselingsmarkt in een kapitalistische economie. Het kapitalistische socio-economische systeem moet omgaan met de intrede van de economie in de publieke ruimte. Deze publieke sfeer wordt bepaald door publieke belangen. En dit geeft de persoonlijke belangen een publieke betekenis.
De gevolgen van het verliezen van je stem
Wanneer de economie in het publieke gebied interfereert dan treedt er een probleem op. De persoonlijke sfeer is noodzakelijk omdat het een schuilplaats biedt. Maar nu wordt het een plaatsvervanger voor de publieke sfeer. Het gevolg is dat de persoonlijke belangen en de natuurlijke banden de gemeenschappelijke publieke sfeer bezetten. Het resultaat is dat het publieke gebied en de acties van de burgers van elkaar gescheiden worden.
Hier kunnen we het totalitarisme aan het werk zien. Het is de triomf van het zorgeloze individu in het publieke gebied. Dit individu denkt alleen aan zijn eigen persoonlijke belangen en zijn persoonlijke veiligheid en wil dit tot elke prijs. Maar dit type individu is volledig het tegenovergestelde van een burger die actief betrokken is bij de wereld en de publieke sfeer.
Het “persoonlijke” individu is alleen een individu zolang het zijn eigen belangen aanbelangt. Hij vervalt gemakkelijk in sociaal en politiek conformisme. Maar totalitarisme maakt niet alleen een einde aan het publieke leven. Het vernietigt ook het persoonlijke leven en laat de individuen in absolute eenzaamheid achter.