De relatie tussen spelen en de ontwikkeling van het kind

De relatie tussen spelen en de ontwikkeling van het kind

Laatste update: 17 mei, 2018

Spelen is iets dat kinderen van nature doen. Op het eerste gezicht kan het lijken alsof het vermogen om te spelen geen enkel doel heeft behalve plezier te maken. Maar enkele tientallen jaren geleden begonnen psychologen zich af te vragen of dit eigenlijk wel zo was. Sindsdien hebben onderwijspsychologen de relatie tussen spelen en de ontwikkeling van het kind onderzocht.

Er is één sleutelaspect dat we moeten begrijpen. Vanuit het perspectief van de ontwikkeling is het uitvoeren van activiteiten die we leuk vinden, meer dan alleen voor het plezier. Want vanuit dit standpunt is iets dat voor plezier zorgt, vaak nuttig voor onze ontwikkeling.

Volgens deze redenering moet spelen een functie of een nut hebben. Bovendien tonen studies aan dat als kinderen in hun kindertijd een heel beperkt aantal uren kunnen spelen, ze dan meestal erg slecht aangepaste volwassenen worden.

Wanneer we het verband tussen spelen en de ontwikkeling van het kind bekijken, moeten we ons openstellen voor verschillende theorieën. Deze theorieën zijn erg verschillend wat betreft het bewijs dat hen ondersteunt. Maar als we de complexe relatie tussen spelen de ontwikkeling van het kind willen begrijpen, dan moeten we het vanuit een breed perspectief bekijken en rekening houden met alle beschikbare gegevens.

Theoretische standpunten over spelen en de ontwikkeling van het kind

Eén van de eerste auteurs die het onderwerp bestudeerd hebben, was Karl Groos. Hij zag spelen als een soort pre-training die noodzakelijk is om psychologische en fysiologische rijpheid te bereiken. Hij verbond het ook met de groei. Spelen is dus een soort voorbereidende oefening die de ontwikkeling van bepaalde functies mogelijk maakt.

Lichamelijke spelletjes bevorderen de lichamelijke ontwikkeling, terwijl psychologische spelletjes het kind voorbereiden op zijn sociale leven. Wanneer het kind de spelletjes in een veilige omgeving uitvoert, kan hij bovendien zijn vaardigheden oefenen zonder gevaar te lopen.

Een volledig ander standpunt is dat van Freud. Volgens het psychoanalytische perspectief is spelen op een intieme manier verbonden met de uitdrukking van onbewuste impulsen. Dit zou een mens toelaten om zijn onbevredigde verlangens in het echte leven te bevredigen.

Deze theoretische visie lijkt misschien aantrekkelijk. Maar er bestaat erg weinig wetenschappelijk bewijs om het te ondersteunen. Het schendt ook het principe van strengheid dat een regel in de wetenschap is.

Spelen en de ontwikkeling

 

Spelen is een sociale activiteit

Voor Vygotsky is spelen een sociale activiteit. Het belangrijkste aspect is de samenwerking tussen de leden. Dankzij deze samenwerking leren alle spelers hoe ze een rol moeten aannemen (aanname van rollen). Dit is een essentiële factor in het volwassen leven.

Vygotsky richtte zich alleen op het symbolisme in spelletjes. Hij wees erop hoe eenvoudige voorwerpen in een spel nieuwe betekenissen kunnen krijgen. Een voorbeeld dat we allemaal kennen, is hoe een borstel of een bezem een paard wordt. We kunnen ook zien hoe Vygotsky vanuit een socio-constructivistisch standpunt werkt. Want volgens hem is de voornaamste functie van spelen dat kinderen leren hoe ze rollen en betekenissen moeten delen.

Een andere auteur die een theorie over spelen ontwikkeld heeft is Jerome Bruner. Volgens zijn standpunt is spelen verbonden met de onvolwassenheid waarmee menselijke wezens geboren worden. Dit betekent dat we een veelheid aan heel verschillende soorten gedrag kunnen uitvoeren. Dit helpt ons om heel flexibel te zijn en ons vlot aan te passen.

Spelen is daarom erg nuttig om al deze gedragingen te ervaren. Het helpt ons ook om te leren hoe we ons moeten aanpassen aan onze culturele omgeving. Door dit in een speelse context te doen is een persoon vrij van druk en kan hij experimenteren. Tegelijkertijd vermindert het mogelijke negatieve gevolgen.

Ook Piaget, één van de grote ontwikkelingspsychologen, heeft over spelen geschreven. Zijn standpunt is dat spelen niet verschilt van niet-speelse activiteiten. In zijn ogen is spelen een aanpassende actie waarmee het kind de realiteit leert kennen. Op een bepaalde manier heeft het kind ook controle over de werkelijkheid. Het is sterk verbonden met de begrippen assimilatie en accommodatie die Piaget ontwikkelde.

Het belang van spelen

Er zijn veel verschillende standpunten over het doel van spelen. Maar het belang van het verband tussen spelen en de ontwikkeling van het kind is duidelijk. We moeten bovendien nog een ander punt vermelden. De verschillende visies zijn niet onverzoenbaar met elkaar. De relatie tussen spelen en de ontwikkeling van het kind kan verruimend en verrijkend zijn.

Nu we de verschillende mogelijkheden kennen die spelen het kind biedt, kunnen we de relevantie begrijpen. Als spelen geen plaats krijgt in het leven van een kind dan kan dit zijn lichamelijke, psychologische en sociale ontwikkeling aantasten. Dat is de reden dat ontspannende activiteiten in het dagelijks leven van onze kinderen essentieel zijn. Bovendien is het belangrijk dat ze het zonder druk en met veel motivatie kunnen doen.

Leren spelen zal het kind alles geven wat hij nodig heeft om op elk gebied van zijn leven te groeien. We mogen dus niet in de valkuil trappen en hun speeltijd vervangen door andere “intellectuele” of “opvoedkundige” activiteiten die wij misschien belangrijker vinden.

Want de waarheid is dat zonder spelen hun cognitieve en intellectuele ontwikkeling belemmerd zal worden. Want we mogen niet vergeten dat we al voor onze geboorte groeien en ons ontwikkelen. We moeten er dus voor zorgen dat spelen volledig deel uitmaakt van het leven van een kind zodat deze ontwikkeling zich kan verder zetten. Bovendien is het iets heel natuurlijks en plezierigs!


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.