Anterograde amnesie: het onvermogen om nieuwe gegevens te leren

Anterograde amnesie: het onvermogen om nieuwe gegevens te leren
Francisco Pérez

Geschreven en geverifieerd door de psycholoog Francisco Pérez.

Laatste update: 27 december, 2022

Een telefoonnummer uit het hoofd kennen, iemand die je kent op straat herkennen en zijn naam weten. Je herinneren waar je vorige zomer op vakantie geweest bent. Al deze functies maken deel uit van een fundamenteel maar heel belangrijk psychologisch proces: het geheugen. Maar wanneer je je niet langer gebeurtenissen uit het verleden kan herinneren of je bent niet in staat om nieuwe gegevens te leren, dan is je geheugen wellicht beschadigd. Je kan zelfs anterograde amnesie hebben.

Tegenwoordig wordt de rol van het geheugen zo gewaardeerd omdat het veel tijd bespaart wanneer het goed werkt. Want mensen met een “goed geheugen” kunnen sneller problemen oplossen als ze die voorheen al eens opgelost hebben. Tenslotte hebben ze het proces al doorgemaakt dat ze nodig zouden hebben om een oplossing te vinden.

We kunnen hetzelfde zeggen over zwemmen, snel typen en fietsen. Zodra je geleerd hebt hoe je het moet doen, vergeet je het niet, ook al heb je het gedurende lange tijd niet meer gedaan. Die activiteiten kunnen een beetje onhandig verlopen als je uit vorm bent. Maar je zal snel weer op hetzelfde niveau zitten als je voordien was.

Vanuit dit gezichtspunt blijkt dat het menselijk geheugen voor een uitgebreide reeks functies verantwoordelijk is. Maar het werkt niet altijd op het niveau dat we graag zouden hebben. Bepaalde geheugenproblemen, zoals vergeten waar je sleutels liggen, zijn niet echt ernstig. Maar op andere momenten kan het zorgwekkender zijn, zoals wanneer je je niet kan herinneren waarover je aan het praten was.

Anterograde amnesie

Wat kan het geheugen doen?

Het geheugen laat ons toe informatie en gebeurtenissen uit het verleden te leren, te ordenen en vast te houden. Het is nauw verbonden met aandacht, wat nog een ander fundamenteel psychologisch proces is. Het proces bestaat uit drie stadia: coderen, opslaan, terug oproepen. Amnesie ontwricht het geheugen.

We kunnen het geheugen beschouwen als een psychologisch proces waarbij we de gegevens coderen. En daarna in de hersenen opslaan en ze terug oproepen wanneer we ze nodig hebben. Het belangrijkste deel is dat we de informatie die we leren, kunnen oproepen. Ook wanneer het zich niet recht voor onze neus bevindt. Soms kunnen we dingen snel en nauwkeurig oproepen. Maar op andere momenten kan dit moeilijker zijn.

In het veld van de cognitieve psychologie en de cognitieve neurowetenschap zijn hierover onderzoeken uitgevoerd. Ze wijzen uit dat de hersenen meervoudige geheugensystemen bezitten. Op hun beurt heeft elk van deze systemen zijn eigen kenmerken, functies en processen.

We kunnen het geheugen omschrijven als een drieledig psychologisch proces waarbij we informatie coderen, opslaan in de hersenen en opnieuw oproepen wanneer we het nodig hebben.

 Share

Het onvermogen om herinneringen op te roepen of nieuwe dingen te leren

Men stelt de diagnose amnesie wanneer de persoon ernstige geheugenproblemen vertoont. Voorbeelden hiervan zijn een onvermogen om nieuwe informatie op te slaan of gegevens op te roepen die vroeger opgeslagen zijn.

Biologische amnesie is het resultaat van lichamelijke hersenschade. Die kan veroorzaakt zijn door ziekte, een letsel of zelfs door middelengebruik. Dissociatieve amnesie is een gevolg van psychologische factoren, zoals onderdrukking en andere verdedigingsmechanismen.

Bovendien zijn er ook gevallen van spontaan geheugenverlies bekend, zoals tijdelijke algemene amnesie. Deze vorm van amnesie is een plots verlies van het geheugen zonder schijnbare reden. Het treedt vaker op bij oudere mannen en duurt meestal minder dan 20 uren.

We kunnen amnesie ook indelen volgens het soort herinneringen die de persoon niet kan opnieuw oproepen of vormen. Anterograde amnesie is het onvermogen om nieuwe herinneringen te vormen. Retrograde amnesie is niet in staat zijn om herinneringen uit het verleden, die een persoon zich gewoonlijk wel kon herinneren, op te roepen.

Mensen met anterograde amnesie kunnen zich dingen uit hun jeugd herinneren. Maar ze kunnen geen dingen leren of zich herinneren die na de aanvang van het letsel dat de amnesie veroorzaakt heeft, gebeurd zijn.

Het syndroom van Korsakoff

Het type biologische amnesie dat het meest voorkomt, is het syndroom van Korsakoff. De oorzaak is een tekort aan thiamine in de hersenen. Meestal is dit een gevolg van chronisch alcoholisme. De naam van dit syndroom komt van Sergei Korsakoff, de man die het ontdekt heeft.

Het kenmerk van het syndroom van Korsakoff is een acute staat van geestelijke verwarring en desoriëntatie in tijd en ruimte. Wanneer het chronisch is, dan zal de verwarde staat langer duren.

Vaak volgt het begin van het syndroom van Korsakoff op een acute episode van de ziekte van Wernicke. Of de encefalopathie van Wernicke. Wanneer beide aandoeningen samen optreden, wordt het het syndroom van Wernicke-Korsakoff genoemd.

Dit zijn de voornaamste symptomen van het syndroom van Wernicke-Korsakoff:

  • ataxie (gebrek aan coördinatie)
  • oftalmoplegie (verlamming van de oogspieren)
  • polyneuropathie (pijn en verzwakking in dezelfde zones aan beide kanten van het lichaam)

Mensen met het syndroom van Wernicke-Korsakoff lijden ook aan:

  • desoriëntatie in tijd, ruimte en persoon
  • het onvermogen om familieleden te herkennen
  • apathie
  • aandachtsproblemen
  • niet in staat zijn een samenhangend gesprek te voeren
Anterograde amnesie

Retrograde amnesie: het verleden vergeten

Een val, een ongeluk of een elektrische schok kunnen tot een ernstig hersenletsel leiden. Dit kan retrograde amnesie veroorzaken. Retrograde amnesie wordt omschreven als het onvermogen om zich gebeurtenissen uit het verleden te herinneren. In vele gevallen verdwijnt de amnesie. Geleidelijk herstelt het geheugen van de de persoon. In de beste gevallen komt het volledig terug.

Retrograde amnesie “wist” meestal de herinneringen slechts enkele minuten vóór het letsel. Als de klap erg hevig is, dan het kan het de herinneringen van maanden of zelfs jaren voordien beïnvloeden.

Anterograde amnesie: leven zonder toekomst

Sommige letsels veroorzaken een algemene en blijvende geheugenafwijking. Zonder dat er sprake is van enige andere daling in het intellectuele vermogen. In deze gevallen heeft de persoon geen problemen met taal, waarneming of aandacht. Bovendien behouden ze de vaardigheden die ze vóór het letsel hadden.

Mensen met anterograde amnesie hebben het ongelooflijk moeilijk om nieuwe informatie te bewaren. Maar ze kunnen een gesprek voeren. Hun operationeel geheugen werkt normaal. Maar enkele minuten later kunnen ze zich niet herinneren wat er net gebeurd is.

Mensen met anterograde amnesie kunnen om die reden geen nieuwe dingen leren (of hebben het er uitermate moeilijk mee). Soms kunnen ze zich zelfs geen gegevens uit het verleden herinneren. Het is net als onafgebroken in het heden leven. Het verleden bestaat bijna niet. Ze kunnen ook geen plannen voor de toekomst maken, omdat ze het zullen vergeten.

Maar ze kunnen nieuwe vaardigheden leren, hoewel dit veel langzamer zal gebeuren dan bij de algemene bevolking.

 Share

De hersengebieden die verbonden zijn met anterograde amnesie

Eén van de voornaamste uitdagingen van de moderne neurowetenschap is achterhalen welke hersenzones een rol spelen bij anterograde amnesie. In het algemeen geloven ze dat de hersenschade die de oorzaak is van deze vorm van amnesie, in de hippocampus en de mediale temporale hersenkwab optreedt.

De hippocampus

Deze hersengebieden werken als een doorgang waar de gebeurtenissen en feiten tijdelijk opgeslagen worden. Tot ze meer blijvend kunnen opgeslagen worden in de frontale hersenkwab. Je kan de hippocampus zien als een bergruimte voor het kortetermijngeheugen.

Als het geheugen de informatie niet op de juiste manier kan opslaan, dan zal het voor de informatie onmogelijk zijn om de frontale hersenkwab te bereiken. Dit betekent dus dat de hersenen geen langetermijnherinneringen kunnen vormen. In de gevallen van gedeeltelijk geheugenverlies kunnen er zich herinneringen vormen maar ze bevatten dan erg weinig reële details.

De basale voorhersenen

Het lijkt misschien alsof de hippocampus de belangrijkste hersenzone is die betrokken is bij anterograde amnesia. Maar recente onderzoeken stellen dat ook andere hersenstructuren een rol spelen. Want het blijkt dat vooral de schade aan de basale voorhersenen het proces van de vorming van herinneringen kan verstoren.

Deze zone is verantwoordelijk voor het aanmaken van acetylcholine. Dit is een heel belangrijke stof voor de werking van het geheugen. Want acetylcholine zet het betrokken proces in gang en regelt het. Een aneurysma is het type hersenschade aan de basale voorhersenen dat het meest optreedt. Het is vaak ook verbonden met anterograde amnesie.

De tussenhersenen

Tenslotte heeft het verband tussen amnesie en het syndroom van Korsakoff op een derde hersenzone gewezen die een rol kan spelen in de ontwikkeling van anterograde amnesie. Het diencephalon (de tussenhersenen) is een gebied dat lijdt onder de schade als gevolg van het syndroom van Korsakoff. Onlangs zijn onderzoekers begonnen met het onderzoeken van de betrokkenheid van de tussenhersenen bij amnesie.

Anterograde amnesie

Tekenen van anterograde amnesie

Het duidelijkste teken van anterograde amnesie is een lage score op traditionele geheugen- en herkenningstesten. Enkele minuten nadat iemand hen een lijst met 15 tot 20 woorden voorlegt, kunnen mensen met dit probleem zich slechts enkele van deze woorden herinneren.

Bovendien bevinden de meeste vergeten woorden zich in het begin of in het midden van de lijst. Maar ze kunnen zich ook enkele woorden van het einde van de lijst op een bijna normaal niveau herinneren. Hetzelfde gebeurt met gesprekken, films en televisieseries. Dagelijkse activiteiten worden moeilijk. Want ze vergeten waar ze dingen achtergelaten hebben, wat ze gedaan of gezien hebben.

Dit kan dus problemen veroorzaken om met andere mensen samen te leven. Want ze hebben het moeilijk om een gesprek vol te houden. Of om zich te herinneren waarover ze in vroegere situaties met iemand gepraat hebben. Ze geven de indruk dat ze niet echt in het heden aanwezig zijn.

De dagelijkse activiteiten worden problematisch: ze vergeten waar ze dingen achtergelaten hebben, wat ze gedaan hebben en wie ze gezien hebben.

 Share

Ze praten over mensen en gebeurtenissen uit het verleden net alsof het nu gebeurt. Bovendien kunnen ze geen plannen voor de toekomst maken. Want ze weten zelfs niet wat ze morgen gaan doen. Misschien is dat de reden waarom ze de warmte of vertrouwelijkheid niet bezitten die mensen normaal vertonen wanneer ze over herinneringen uit het verleden en over hun verwachtingen voor de toekomst spreken.

Het effect op hun dagelijks leven

Tegelijkertijd kunnen hun geheugenproblemen uiteraard enorme problemen in hun dagelijks leven veroorzaken. Misschien hebben ze thuis voortdurende zorg en toezicht nodig. Want ze kunnen zich bepaalde dingen zoals hun medicatie innemen, niet herinneren. Ze slagen er ook niet in om met succes dingen te doen die uit meerdere stappen bestaan.

Maar ze kunnen wel andere dingen leren, zoals korte afstanden lopen, bijvoorbeeld van hun huis naar een winkel. Ze lijken veel van hun kennis te behouden, net als mensen met retrograde amnesie.

Anterograde amnesie

Kunnen mensen met anterograde amnesie nieuwe dingen leren?

Gabrieli, Cohen en Corkin (1983) hebben met hun patiënt H.M. deze vraag proberen te beantwoorden. Ze vroegen hem om woorden en zinnen te omschrijven die mensen alleen begonnen waren met gebruiken toen hij al amnesie had. Hij behaalde niet veel resultaten. Maar hij wist wel wat rock and roll was. Ze probeerden hem ook de betekenis aan te leren van onbekende woorden. Ondanks de langdurige training was het enige wat hij kon doen, de woorden bij hun definities voegen.

Er zijn nog andere gevallen geweest. Een tienjarige jongen met ernstige anterograde amnesie als gevolg van anoxie (zuurstofgebrek) kon zijn leesniveau na het voorval niet verbeteren. Hij presteerde ook heel slecht op verschillende semantische geheugentests. Maar hij was wel in staat om even snel als zijn leeftijdsgenoten computerspelletjes te leren (Wood, Ebert en Kinsbourne 1982).

Hoe kunnen we het behoud van bepaalde functies verklaren?

Sommige theorieën stellen het idee van meer geheugensystemen voor. Het ene systeem dat verantwoordelijk is voor de normale werking tijdens bepaalde tests, kan bij amnesie intact blijven. Maar andere systemen zullen schade ondervinden. Dat is de reden dat de prestatie op verschillende tests varieert in vergelijking met hoe de algemene bevolking presteert.

Het onderscheid tussen het episodisch en het semantisch geheugen (Tulving 1972) heeft sommige auteurs ertoe gebracht om te stellen dat het semantische geheugen bij amnesie normaal werkt. Dit zou verklaren waarom sommige linguïstische functies intact blijven. De schade aan het episodisch geheugen zou een verklaring zijn voor het falen van de functies om informatie opnieuw op te roepen en te herkennen.

Mensen met amnesie blijken een onaangetaste linguïstische functie te hebben. Ze presteren ook goed op tests omtrent kennis uit het verleden. Dit betekent dat mensen heel vroeg in het leven alle begrippen en regels leren die ze nodig hebben om deze tests op een succesvolle manier te vervolledigen.

Conclusie

Los van de theorieën over hoe mensen amnesie ontwikkelen, is het voornaamste wat we hieruit moeten onthouden dat anterograde amnesie een selectief geheugenverlies is als gevolg van hersenschade. Het grootste probleem voor deze mensen is dat ze het uitermate moeilijk hebben om nieuwe informatie op te slaan. Ze kunnen zich nieuwe dingen niet herinneren en hebben problemen met leren.

Maar anterograde amnesie tast de herinnering aan gegevens uit het verleden niet aan. Alle informatie die werd opgeslagen vóór de schade optrad, is oké. De persoon kan zich deze gegevens zonder problemen herinneren. Maar het is ook belangrijk om te onthouden dat de kenmerken per geval verschillen.

Referenties:

Belloch, A., Sandín, B. and Ramos, F. (Eds.) (1995). Handboek in de psychopathologie (2 vols.). Madrid: McGraw Hill.

Freedman, A.M., Kaplan, H.I. and Sadock, B.J. (Eds.) (1983). Verhandeling over de psychiatrie (2 vols.). Barcelona: Salvat. (Orig.: 1980).


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.